T O N K O OT HET VERKEER IN STADSKERNEN stad centrum van economische en culturele be drijvigheid moet blijven en dat zij (evenals Heem schut dus) afsluiting voor het verkeer afwijst. Maar ook citeren wij met grote instemming, dat de K.v.K. een beperking van dat verkeer voorstaat, zoals dat door Heemschut bij herhaling in adres en geschrift is voorgestaan. De Kamer denkt aan verdere doorvoering van het éénrichtingsverkeer, ook al wordt de binnenstad als verkeersruimte daardoor minder aantrekkelijk. Evenals Heem schut staat zij op het standpunt-, dat bevorderd moet worden, dat slechts dat verkeer zich in de binnenstad ophoude, dat daar werkelijk moet zijn! Zeker moet OP HEEM WACHT een stad, wil zij leven, bouwen aan haar toekomst, doch wanneer een stad als Amsterdam dit zou willen doen met gemis aan eerbied voor de banden, die haar met het verleden - en welk een verleden! - verbinden, zou zulks ternauwernood de naam „bouwen" mogen dragen, aldus het adres. Strijd voor het veilig stellen van de schoonheid van Am sterdam is in feite mede een strijd voor de hand having van een der economische pijlen van ons stadsbestel, schrijft de Kamer. Het is haar vaste overtuiging dat doorbraken en demping van grach ten elke oplossende kracht missen. Dit zijn slechts enkele maar essentiële kenmerken uit dit hoogst belangwekkende rapport, dat zich ifi zijn principiële standpunt dus geheel bij dat van Heemschut aansluit. Het Parijse voorbeeld en dit adres van de Kamer van Koophandel mogen voor het Gemeentebestuur opnieuw en duidelijke tekenen aan de wand zijn. In 1934 verscheen van stadswege het Algemene Uitbreidingsplan dat toen tot het jaar 2000 voor uitzag en grote waardering ondervond. Nu is het echter 1955 en blijkbaar heeft men het vooruit zien verleerd en kijkt alleen maar halsstarrig terug naar 1934. Is het niet opmerkelijk, dat de aan drang om door dat oude uitbreidingsplan een frisse wind te laten waaien van de zijde van dat zelfde Heemschut moet komen, dat, in een bepaal de hoek, ervan beticht wordt alleen maar naar het verleden te kijken? Nu het autoverkeer in vele binnensteden zodanig is toegenomen dat het voortbestaan van de schoon heid der oude stadskernen ernstig bedreigd wordt onder de valse leuze, dat men met zijn tijd moet meegaan, verdient het de aandacht even de blik op Parijs te slaan. Dit niet, omdat de binnenstad van Parijs een voorbeeld zij van het ontzag, dat de verbouwers hadden voor de oude schoonheid. Men herleze daar J. Tersteeg eens op in zijn voor treffelijke boek: „Lutetia en de vreemdeling, wan delingen door Parijs", waar hij schrijft: „Wie naar Parijs wil gaan, haaste zich; men kan zonder over drijving zeggen, dat in de laatste honderdvijftig jaren de helft aan hetgeen de stad nog aan archi tecturale schoonheid bezit, verlo ren is gegaan door de „schurkach tige stompzinnigheid" (aldus Georges Pillement in Destruction de Paris) van de stedelijke admini stratie, die bezig is „d'achever la destruction de la plus belle ville du monde". Neen, ik doel nu op het verkeer, dat mede met het tanen van de binnenstad onderwerp is geweest van een rapport, dat 200 leden van het Centre d'Etudes Architecturales dezer dagen hebben gepubliceerd. Zij wijzen er daarin op, dat van elke 100 voertuigen 10 bussen 70% van de reizi gers vervoeren. De overige 30% is verdeeld over de 90 auto's die de opstoppingen op de spitsuren op haar geweten hebben. Meer en meer richt zich in Parijs het verlangen terug naar het Parijs van 1900, tóen de boulevards waren, wat zij oorspron kelijk bedoelden, namelijk tot wandelwegen her schapen bolwerken, waar men gezellig kon fla neren. Dit verlangen uit zich in de wens van de stede bouwers en verkeersdeskundigen om op de grote boulevards het snelle verkeer te verbieden. Het Amsterdamse bedrijfsleven reageert op de Nota Binnenstad De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam heeft zich als vertegenwoordigster van het Amsterdamse bedrijfsleven in een adres tot de Gemeenteraad gewend, naar aanleiding van de nota over de binnenstad, waarin zij zich eveneens bezorgd maakt over de ontwikkeling van dat ver keer. Terecht wijst de Kamer erop, dat de binnen- Humrnelo Het gemeentebestuur van Hoog-Keppel heeft een 41

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1955 | | pagina 9