BOEKBESPREKING
Dr. Ir. Johan van Veen, Land Below Sea Level,
's-Gravenhage, L. J. C. Boucher 1953 (ill.)
Een beknopte maar uiterst heldere inleiding over
de structuur van ons vaderland verscheen onder
bovenstaande titel. Voor de tekst die tevens een
overzicht van de geschiedenis van ons land omvat,
en de talrijke afbeeldingen die de landschappelijke
schoonheid bovendien alle recht doen wedervaren,
niets dan lof.
De vertaling is, voor zover wij konden nagaan,
uitstekend Amerikaans, hetgeen soms, getuige
een in onze ogen eigenaardige opmerking over het
Oranje-huis, zijn bezwaren heeft. Wat echter niets
afdoet aan onze grote waardering voor dit ge
schriftje, dat bij uitstek geschikt lijkt, bij vreemde
lingen begrip te wekken voor onze dierbare ,,put"
aan de rand van de Noordzee.
C. F. J.
Het restaureren van Historische monumenten,
misverstanden, moeilijkheden en mogelijkheden,
(ill. f 1,50.
In 1927 gaf de (toen nog niet Koninklijke) Neder
landse Oudheidkundige Bond een geschrift uit,
getiteld „Grondbeginselen en Voorschriften voor
het Behoud, de Herstelling en de Uitbreiding van
oude bouwwerken", en waarvan de inhoud neer
kwam op de grondregel „Behouden gaat vóór ver
nieuwen". Daarmede werd de laatste aanval
gedaan op de ideeën van Cuypers en de zijnen, die
immers Gothische of Barok-toevoegsels aan een
Romaanse kerk vernietigden om ze te vervangen
door „stijlzuivere Romaanse" elementen. Al is dan
restaureren op deze wijze officieel taboe, in feite
werden de Grondbeginselen niet steeds geëer
biedigd. Hierom stelde de Oudheidkundige Bond
in 1948 een nieuwe commissie samen, welke thans
bovengenoemd geschrift heeft gepubliceerd, waarin
opnieuw en in prettig leesbare vorm, de eisen die
men aan herstel van monumenten mag stellen ge
fundeerd en omschreven worden.
Het is een bekend feit, dat eigenaars van monu
menten die tot restauraties besluiten, omtrent het
toekomstig uiterlijk van hun eigendom vaak de
grootste illusies koesteren. Het onderhavige ge
schrift is bij uitstek geschikt om meer begrip te
wekken voor de waarden, die het monument ver
tegenwoordigt. Laten wij daarom hopen, dat het
niet slechts door architecten, maar ook door hun
opdrachtgevers zal worden gelezen.
Het is te bestellen bij de Redactie van het Bulletin
van de K.N.O.B., Kloksteeg 15, Leiden, voor de
luttele prijs van f 1,50.
C. F. J.
Dr. Magda Révész-Alexander, Die alten Lager-
hauser Amsterdams, 2e druk, 's-Gravenhage,
Martinus Nijhoff, 1954, (ill.), 188p; f25,—.
Dat dit bekende boek over de Amsterdamse pak
huizen, dat in 1928 zijn eerste druk beleefde, weer
in de handel is, kan als een verheugend feit worden
beschouwd. Aan de verwachtingen echter, die het
woord „tweede druk" wekt, wordt niet beant
woord: het is in hoofdzaak een herdruk van de
uitgave van 1928, met slechts achterin een lijstje
van verliezen en wijzigingen, sinds die tijd ont
staan. Geen nieuwe gezichtspunten dus, maar voor
al: geen verbeteringen van de vergissingen die de
eerste druk ontsierden. Zo treffen wij het in deze
eeuw gebouwde huis Veermanskade 2 te Hoorn op
nieuw aan als een „oud" pakhuis. Ofschoon dit
huisje „in 17e eeuwse trant" is gebouwd, is het toch
zó kennelijk 20ste eeuws, dat deze vergissing ons
onbegrijpelijk voorkomt.
Ook het illustratiemateriaal is vaak verouderd. De
pakhuizen van de Oost-Indische Compagnie
wederom te Hoorn, worden nog in hun vervallen
en besmeurde toestand afgebeeld, en in de tekst
dienovereenkomstig bejammerd, terwijl ze in het
begin van de jaren veertig gerestaureerd zijn!
Ook aan de Amsterdamse pakhuizen is 't een en
ander gewijzigd, ten goede of ten kwade (schrijf
sters conclusie: dat er thans beter voor de pak
huizen gezorgd wordt dan in 1928 lijkt ons weinig
gefundeerd), zonder dat dit uit de illustraties blijkt.
Nog minder bewonderen wij de opgesmukte fa-
cades van de moderne pakhuizen aan de Wijn
haven te Rotterdam, die de schrijfster als vrucht
baar voortbouwen op de oude traditie beschouwt.
Indien één pakhuis als zodanig kan gelden, dan
toch eerder het voortreffelijke pand door De Bie
Leuveling Tjeenk voor Blauwhoedenveem-Vriesse-
veem gebouwd aan de Handelskade te Amsterdam,
en niet de pretentieuse siergeveltjes te Rotterdam!
Een boek dat in 1928 pionierswerk van goed ge
halte was, is in 1954 uiteraard verouderd. Jammer,
daarom, dat de kans van dit boek een werkelijk
bijgewerkte en verbeterde druk uit te geven, is ge
mist; vooral ook gezien de voortreffelijke uit
voering door de uitgever.
C. F. J.
56