schrift, hetwelk ons zegt, dat
deze grafsteen voor Adna-
matia Maiora is opgericht
door haar beide kinderen.
Dit monument is van veel
belang, want vele oudheden
zijn bij het begin der rivier
bij Vechten voor de dag ge
komen, welke gegevens be
vatten tot in de eerste eeuw
na Christus, maar dit van
pieteit getuigend grafschrift
is, voorzover mij bekend, het
enige, dat aangetroffen werd
aan dc loop der rivier en de
bewijzen vermeerdert voor
de scheepvaart der Romei
nen langs de Vecht.
Nu doen wij een grote stap
verder in de historie. Wij
gaan de invallen der Noor
mannen voorbij om te ver
toeven bij de kastelen der
ridders, machtige bouwwer
ken, waarvan aanzienlijke overblijfselen als sie
raden nog aanwezig zijn aan de oever der Vecht.
Deze periode kan betiteld worden als die van de
Ridderlijke Vecht.
Voor ons, die weten te spreken over de ellenden
van de moderne, massale oorlog, zijn de kastelen
zo aantrekkelijk, omdat zij ons zeggen, wat manne
lijke moed en krijgsmanskunst vermogen. Zij zijn
gebouwd óf door de Bisschop van Utrecht ter be
veiliging tegen de aanvallen van de Graaf van
Holland, óf door een ridderlijk heer ter verdediging
van zijn rechten en bezittingen. Zulk een sterkte
gaf soms aanleiding tot het ontstaan van een dorp,
zoals met Vreeland en Maarssen is geschied; het
hulpeloze landvolk bouwde zijn stulpen in de nabij
heid en de mensen waren meestal als horigen aan
de heer verbonden, wiens bescherming zij dan ook
genoten.
Het meest zuidelijk gelegen is het kasteel Zuilen,
dat in het jaar 1300 zal gesticht zijn, welk jaartal
op een steen van een der zijmuren in oud-Romeins
cijferschrift vermeld wordt. Dit slot is herhaaldelijk
gerestaureerd en bijna drie eeuwen in het bezit der
familie van Tuyll van Serooskerken geweest. Het
heeft een belangrijke voorgeschiedenis van een hof
stad, welke het terrein vóór 1300 besloeg en is nauw
verbonden aan de wording en eerste ontwikkeling
van het dorp.
Het slot te Maarssen werd, toen het gebouwd werd
door Emeritus van der Meer in 1083, naar hem
huis ter Meer genoemd. In 1525 liet Steven van
Zuylen van Nyevelt, landcommandeur der Duitse
orde ter Balije van Utrecht, het versterken en
veranderde de naam in Zuylenburg; de Fransen
hebben het in 1672 verwoest, maar in 1702 her
bouwde Vincent Maximiliaan van Lockhorst het
oude riddergoed, waarbij de parken op vorstelijke
wijze in de stijl van Le Nötre werden aangelegd en
de oude naam: ter Meer werd hersteld. In 1903
is deze lustwarande verkaveld en verlaagd tot een
eentonig stratencomplcx.
Evenals het kasteel Zuilen heeft ook Nyenrodc al
de eeuwen doorstaan; deze naam duidt op de
nieuw-gerooidc bosgrond, welks terrein Gijsbert
van Ruele aan zijn zoon Gerard Splinter schonk,
die in het midden der dertiende eeuw dit slot
stichtte. Gijsbrecht, zoon van Gerard Splinter,
heeft de naam van Ruclc laten varen en noemde
zich van Nyenrode.
Herhaaldelijk is het kasteel verwoest. David Ving-
boons heeft het getekend, zoals het door Willem
Torck is herbouwd na dc verwoesting in 1511 door
de Geldersen en de burgers van Utrecht. Het jaar
tal 1632 boven de ingang brengt de verfraaiing in
herinnering, welke Bernard van den Bongard heeft
laten aanbrengen. De laatste en meest ingrijpende
restauratie heeft M. Onnes van Nyenrode laten
uitvoeren, waarmede in 1907 was aangevangen.
Thans is hierin gevestigd het „Nederlands Op
leidingsinstituut voor het Buitenland".
Het huis Guntcrstcin bij dc Vcchtbrug te Brcukclcn
bestond als kasteel tot 1511 en als ridderhofstad
40
Rupelmonde (bij N ieuwersluis) aan het begin van de 18de eeuw