rondom ons zien, wat in de oude stad in de laatste
decenniën aan moderne gebouwen is verrezen, zijn
wij minder rotsvast dan de heer Scheffer in onze
overtuiging dat hier nieuwe schoonheid geschapen
is! Met de heer Scheffer dringen wij daarom aan
op deugdelijk onderzoek, dat niet alleen beheerst
wordt door een zucht tot vernieuwing.
Het Handelsblad zet de klok terug
Het Handelsblad, dat nog onlangs in zijn artikel
„Onvervangbare waarden" de indruk gaf een goed
inzicht te hebben in de betekenis van de Neder
landse monumenten en dat het werk van vereni
gingen zoals Hendrick de Keyser en de Bond
Heemschut roemde, verwekte dezer dagen ver
wondering, toen het, zonder enig commentaar de
hiervoor vermelde en voor de Bond Heemschut
denigrerende uitlating overnam. Een artikel van
wege de Bond ingezonden om deze onjuiste be
wering te weerleggen, weid door de redactie van
dat blad niet opgenomen.
Dezer dagen (3 Maart) verraste het Handelsblad
met een artikel „Operatie Binnenstad", waaruit
het veranderde standpunt van dit dagblad bleek.
De schrijver nam daarbij het artikel van Mr. J. H.
Ringeling in Amstelodamum van Januari 1954 op
de korrel, waarin deze schreef: „Verwezenlijking
van dit plan (Wederopbouwplan Nieuwmarkt)
zou het verdwijnen betekenen, niet alleen van een
aanzienlijk aantal panden van de Monumenten
lijst, doch bovendien van een nog veel groter aan
tal op het oog onbetekenende percelen, die ter
plaatse echtei juist aan het stadsbeeld sfeer en
luister verlenen."
Hierbij tekent de Handelsblad-schrijver aan:
„Over die sfeer en luister van percelen, die niet
eens op de Monumentenlijst staan, zou nog wel het
een en ander te zeggen zijn. Het komt ons voor,
dat deze „sfeer en luister" een niet onbedenkelijk
product van valst romantiek is. Wie daaraan vast
houdt moet zich van zelf tegen wederopbouw en
sanering verzetten, want nooit en nergens heeft
vernieuwing zich kunnen baanbreken zonder dat
een schilderachtig aspect van het oude verdween,
ook al was het een ruïne. Ook rond de puinvelden
en gapende huizenskeletten van een stukgebom-
bardeerde stad hangt een sfeer van luister, maar het
is de luister van de ondergang".
Wie dit leest wrijft zich even de ogen uit. En wie
betei op de hoogte is dan de geciteerde schrijver
en wie de weloverwogen bezwaren kent van de
voornoemde verenigingen die grotendeels door
de Minister van O.K. W. worden gedeeld
heeft de neiging om dit artikel als beneden de maat
zijnde terzijde te leggen. Het feit, dat het artikel
ongetekend is en als redactioneel beschouwd moet
worden, maakt het te erger. Wij kunnen ons moei
lijk voorstellen, dat men op de redactie van het
Handelsblad niet voldoende gedocumenteerd is,
dat men niet zou weten, welke gegronde bezwaren
er bestaan tegen enige der rigoureuze sanerings
plannen in de oude stad van Amsterdam, in het
bijzonder tegen het plan-Nieuwmarkt, dat men
niet zou weten, dat ook in de gemeenteraad deze
bezwaren naar voren zijn gebracht, en de desbe
treffende wethouder dan ook toezeggingen heeft
gedaan om niet zo ver te gaan als aanvankelijk
werd voorgesteld. En dit waarachtig niet om enkele
sentimentele lieden de gelegenheid te bieden om
te zitten zwijmelen over de schilderachtigheid van
gapende huizenskeletten en puinvelden. Die ro
mantiek kan ons gestolen worden. De omstandig
heid, dat de Handelsblad-schrijver het bestaat om
de schoonheid en het Amsterdamse karakter door
deze vergelijking te bezoedelen bewijst dat hij zijn
stof niet beheerst. Critiek op onze mening aan
vaarden wij graag, wij erkennen dat recht ten
volle, maar een dergelijke voorlichting van het
publiek door een groot Amsterdams dagblad be
treuren wij ten zeerste. Op die wijze wordt de klok
teruggezet. Niet alleen wordt de monumentenzorg
hiermede niet gediend, maar ook het belang van
de stad Amsterdam niet.
De Minister van Wederopbouw als sloopminister
geciteerd
Wie de Kamerverslagen heeft gevolgd en weet hoe
tal van Kamerleden hebben aangedrongen op het
in stand houden van die voortbrengselen van onze
cultuur die monumenten heten, weet ook, hoe
groot de voldoening was, toen de Minister van
O.K. W. de post op de begroting voor de Mo
numentenzorg op f 5.000.000 had gebracht. Zeer
in het bijzonder vermeldde de Minister de stad
Amsterdam en de noodzaak om daar te waken voor
verdergaand verval en verlies aan culturele waar
de. Dit heeft niets uitstaande met valse romantiek
noch met het in de weg staan van baanbrekers, wel
met het weerhouden van zinloze afbrekers. Het
schijnt echter, dat de hiervoor aangehaalde Han
delsblad-schrijver kracht heeft geput uit een uit
lating van de Minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting in de Eerste Kamer, waar hij
zeide: „Ik zou echter toch nog één gedachte die zich
zo vaak bij mij opdringt bij het bezoeken van oude
steden, gaarne willen uiten, namelijk, dat ik ge
loof, dat er in Nederland steden zijn, die doodgaan
aan hun eigen schoonheid. Ik geloof, dat het een
18