Jan Henselmans MONUMENT IN DE KEMPEN De middeleeuwen hebben ons een weelderige schat nagelaten van stijl en schoonheid. Een kostbaar, doch zeer verspreid bezit aan allerlei soort van (am bachtelijke) kunst. Vooral de bouwwerken nemen daarbij een belangrijke plaats in. Daar zijn de on vergelijkelijke kathedralen, kerken, kastelen, raad huizen, gildehuizen, vleeshallen enzovoorts uit die tijd. Maar ook kleinere, haast vergeten objecten, een stuk muur hier, een poortje daar, een kleine ka pel ginder. Al te vaak zijn deze juweeltjes van bouwkunst zwaar gehavend, niet alleen door de tand des tijds, doch vooral door de onachtzaam heid der mensen, hun zorgeloosheid, hun wan smaak, hun onverschilligheid. De mensen hebben de bestemming van deze monumenten misbruikt, zij hebben in de loop der eeuwen maar raak ver bouwd cn bedorven. Door hun eigen karakterloos heid zagen zij niet het karaktervolle van de oude gebouwen. Veel wat redelijkerwijze behouden had kunnen blijven is hierdoor verdwenen. Een der middeleeuwse monumenten van weinige bekendheid is het kleine raadhuis van Eersel. Eersel is een dorp in de Brabantse Kempen en een der min of meer illustere „Acht Zaligheden". Vroeger was dit raadhuis een kapel zij werd in 1464 gesticht door ridder Hendrick van Eyck uit het naburige Duisel -. Na de vrede van Munster werd de kapel voor allerlei doeleinden gebruikt en waarschijnlijk dikwijls verbouwd. Zo deed zij gedeeltelijk dienst als gevangenishok en als brandweer,,kazerne". Eén vertrek werd ingericht als raadhuis. Later werd de gehele kapel als zodanig in gebruik geno men en ook thans nog, driehonderd jaren nadien, doet zij als raadhuis dienst. In de volksmond wordt het gothische gebouwtje nog steeds „de Kapel" genoemd. In 1918 werd de kapel door Monumentenzorg ge restaureerd en voor zover zulks in verband met haar gebruik als raadhuis mogelijk was, vrij be hoorlijk in haar oorspronkelijke gothische stijl terug gebracht. Doch er was en er bleef uiteraard een tegenstelling bestaan tussen haar kapelachtig we zen en haar bestemming als dorps-raadhuis. Zo bevinden zich bijvoorbeeld in de buitenmuren van het gebouw vensters, welke niet in een kapel pas sen. Vooral aan de linker-zijgevel is het heel erg. Daar bevindt zich een raampartij in opgaande lijn, corresponderend met de van binnen opgaande trap naar de ingebrachte verdieping. Deze raam partij stoort de rust in de gevelwand en doet af- breuk aan het stijlgevoel. Alleen de ramen aan de koorzijde van de kapel met hun spitsbogige sluiting zouden nog in overeenstemming genoemd kunnen worden met de voormalige gewijde luister. Elke restauratie, hoe goed uitgevoerd dan ook, zou in dergelijke tegenstrijdige omstandigheden een belemmering vinden, een onmogelijkheid om tot een historisch verantwoorde en harmonische op lossing te komen. En dat is dan tevens de eerste cn de belangrijkste reden waarom ik de aandacht vestig op een klein, onbekend monument in een ver geten Brabants dorp. Dit kleine gebouw kan als duidelijk voorbeeld dienen hoe het schijnbaar uiter lijk behoud van een monument toch, bij voortdu ring, een schending van haar innerlijk wezen kan betekenen. Talloos zijn de kleine en grote monu- 61 Eersel Raadhuis, zijaanzicht.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1952 | | pagina 19