H. M o l e n d ijk HET KLEINE MONUMENT Het restaureren van een mooie, oude stad is een boeiend werk. Dat is het voor de handwerksman, die ons al werkend oude luister hergeeft, het geldt voor de architecten, die in en om de gebou wen hun onderzoek instellen en het herstelplan ontwerpen, het is het voor de stedelijke overheid, die één en ander bestuurlijk voorbereidt. Als een pand, dat er wat misvormd, verwaarloosd en ver vuild bij stond, er na restauratie weer evenwichtig en stijlvol, levenskrachtig en goed verzorgd uitziet, hebben èn uitvoerders èn ontwerpers èn opdracht gevers er hun vreugde aan beleefd. De ogen gaan rond en het verlangen rijst naar méér. En er is in de kernen onzer oude steden zo ontzettend veel te doen. De ervaring heeft ons, in Amersfoort, geleerd, dat men bij het restaureren van de oude stadskern tot op zekere hoogte men mag er niet te star aan vasthouden en particuliere initiatieven doden - systematisch te werk moet gaan. Als er vele pan den om restauratie vragen, moet nu een keer om overwegingen van financiële aard een zekere be perking betracht worden en dan komt men wel haast vanzelf tot een prioriteitsschema. In onze ge meente is aan de plaatselijke monumenten-com missie verzocht, om een werkplan te maken en daarbij drie criteria aan te leggen: a. de historische betekenis, b. de architectonische waarde der objecten en c. de belangrijkheid van een pand in het stads beeld. De drie ranglijsten bevatten uiteraard enige ge meenschappelijke werken; zo komen de stads poorten en andere grote, monumentale gebouwen (de O. Lieve Vrouwetoren, de St. Joriskerk, Mariënhof) op alle schema's voor. Grote gebouwen, heersende elementen in het stadsbeeld, erlangen veelal de aandacht, die ze verdienen en gebouwen van historische betekenis vinden ook wel hun pleitbezorgers. De kleine, dienende elementen, die in vervallen toestand meestal gedeclasseerd zijn tot werkplaat sen en pakhuizen, worden vaak achteloos voorbij gezien. Toch zijn ze zeer belangrijk voor het beeld en de sfeer in een oude stadskern Ze vormen de zere plekken in onze oude steden. Wie grote bedragen uitgeeft voor gijn grote monumenten kerkentorens, kloosters, poorten en de kleine monumenten verwaarloost, doet half werk. Wie talrijke kleine gebouwen op markante punten in de restauratie betrekt, ziet zijn gehele oude bin nenstad een metamorphose ondergaan. Eerst dan kan men van stadsherstel spreken. De ervaringen, die wij de laatste jaren bij deze kleine restauraties hebben opgedaan, zijn bemoe digend. Verschillende kleine objecten, die op de monumentenlijst voorkwamen, o.a. Mariënweerd (Muurhuizen 251), Muurhuizen 9 en Bloemen- dalsestraat 37, zijn op de gewone wijze, d.w.z. met subsidie van rijk, provincie en gemeente gerestau reerd (zie blz. 54 en 55). Om tot een gaaf geheel te komen, is het echter nodig, dat vele klei ne gebouwen, meestal vervallen woonhuizen, die geen plaats op de monumentenlijst konden ver werven, een grote beurt krijgen. Dit restauratiewerk valt niet strikt onder het begrip monumenten zorg, omdat bij een objectieve waardering van het gebouw buiten het algemeen verband, niet gezien in het totale stadsbeeld het niet als monument kon wor den aangemerkt. Vele van deze woonhuizen en zakenpanden zijn gerestaureerd in samenwerking tussen eigenaar en gemeente. Vaak op het mo- 52 Het huis hoek Nieuwstraat en Muurhuizen in vervallen toestand.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1952 | | pagina 10