om ook in de toekomst er de handen af te houden. Een reden te meer dus om voorzichtig te zijnHeb ben wij het goed, dan geldt het te Woerden evenals b.v. in het dorp Rottevalle, waar het ook om zo'n oud riviertje gaat, al heeft dit dan niet de renommé van „Vader Rijn" om een te gering schatten bij de stedebouwkundigen van hetgeen eenmaal wijlen Dr Henri Polak aldus heeft ge formuleerd „Het voornaamste element van de schoonheid on zer steden, vormen hare grachten. Het is het water, dat ons land, dat onze steden en dorpen hun bij zonder karakter geeft, dat alles bij ons anders doet zijn dan het elders is. Wie onze steden het water ontneemt, berooft ze van hare grootste aantrekke lijkheid, verandert schoonheid in onbelangrijkheid zoo niet in absolute leelijkheid." 3) Het gaat hier inderdaad om onvervangbare waar den. Mogen, al zal hier misschien enige zelfver loochening worden gevraagd, de moderne stede bouwer en de beschermer van monumentale stads en dorpsbeelden, elkaar alsnog vinden in een hoge re synthese. Ton Koot VICTOR DE STUERS De Victor de Stuers-herdenking was mij aanleiding diens ongezouten en indrukwekkende artikel „Hol land op zijn smalst" uit De Gids van 1873 nog eens te herlezen. Veel is er sindsdien, dank zij De Stuers, veranderd ten goede, veel ook is onveranderd ge bleven en wacht op een nieuwe figuur van daad kracht en invloed van De Stuers om zijn vlijm scherpe en gefundeerde verwijten voor de voeten van het, voor schoonheid ongevoelige, mechani serende deel der wereld te werpen. De Stuers zou in onze dagen een geducht Heemschutter geweest zijn. Hij zou opgestaan zijn en in de hoogste regio nen van ons maatschappelijk bestel het zwaard ge trokken hebben tegen de dommen die onder de vlag der vooruitstrevendheid met hun phalanxen de schoonheid vertrappen, tegen de onverschilligen die als een muur van onwil dadenloos toezien, tegen de impotenten die niet kunnen omdat zij niet willen, tegen de baatzuchtigen die hun zilverlingen optasten in een sfeer van grauwe massaproductie. Hij zou de dempers, de blokkendoos-bouwers en de maar-raak-slopers te lijf gaan, de wansmaak en de apathie bestrijden. Hij zou voor hen, wier dagelijk se lectuur de beursnotering is, en die van elk budget elke dienst zouden willen schrappen, die niet met een batig slot eindigt(en dit zijn z'n eigen woorden) „zich getroosten met cijfers aan te tonen dat ook kunsten en wetenschappen een batig slot zullen afwerpeneen batig slot, niet be staande in nationale roem, ontwikkeling der ziel, beschaving der zeden en dergelijke mooie zaken meer, maar een echt tastbaar batig slot, in baar geld, in guldens Nederlands courant." „Het is wellicht niet zeer poëtisch," zei De Stuers, „maar het is een waarheid, dat het dit laatste punt is, waarop de krachtsinspanning van allen, die de kunst wensen te bevorderen, moet gericht worden immers in dat punt treffen de gevoeligste snaren van de grote massa der vaderlanders samendaar ligt de cardo van alle vraagstukken; wanneer men dat hart het finantieel belang zal hebben doen kloppen, dan kan men zeker zijn dat het bloed met snelheid en kracht tot in de uiterste lede maten zal voortgejaagd worden. Zo lang die drijf veer niet getroffen wordt, zolang zal men de kunst een beleefde handdruk geven, van tijd tot tijd uit fatsoen een aalmoes, maar nooit zal men haar geld toevertrouwen, want zulk een geldbelegging zou niet als solide en rentegevend beschouwd worden." Is het niet alsof dit vandaag gezegd werd? Juist omdat veel van wat De Stuers in zijn „Holland op zijn smalst" neerzette zo actueel is, Jaten wij hier nog enkele grepen uit zijn beroemde hartekreet volgen (in de huidige spelling). Ware het artikel niet ruim 80 bladzijden lang, wij namen het in zijn geheel over. Hoort toe en laat U doordringen van de waarheid, die ook nu, na tachtig jaren, even juist is als weleer. ook is van het onderwijs op scholen en aka- demiën niets duurzaams te verwachten, wanneer niet de geest door het zien van smaakvolle voor werpen aanhoudens verfijnd en beschaafd wordt. Het is daarom dat men die oude gebouwen welke van kunstzin getuigen behoort in ere te houden of te herstellen, dat men bij het stichten van nieuwe eisen van de goede smaak bevredigen moet tegelijk met die der doelmatigheid „Is derhalve de verzorging onzer monumenten en onzer verzamelingen, met het oog op de bevorde ring der industrie, een nationale zaak, niet minder 22 Weekblad voor Gemeentebelangen 1924, blz. 385 vv. 2) Wij cursiveren. 3) „Het Kleine Land en zijn Groote Schoonheid", blz. 30.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1951 | | pagina 30