A. G. M. Boost
STADS SCHOON EN BESTRATING
Steeds opnieuw trachten wij voor ons zelf te ana
lyseren waarom een bepaald schilderstuk ons treft.
Is het de harmonie van zijn conceptie of van zijn
kleuren, de adel van het meesterschap van de
schilder, de uitdrukking van de stof of de bewust
making van het leven, dat ook het dode voorwerp
kan bezielen Wordt de ontroering van de maker
op ons overgebracht of boeit ons
het spel van licht en schaduw, van
vorm en kleur
Mogelijk is het de sfeer die ons be
vangt of de harmonie van het
beeld, wdlke in ons weerklank
vindt. Het gevoel, eerder dan het
verstand, zou hierop wellicht het
antwoord kunnen geven, zo wij
daaraan behoefte hadden.
Gelukkig vraagt de vreugde, die
men aan de schoonheid beleeft,
daarvoor geen verklaring én het
is goed in dit leven die vreugde te
kunnen ondergaan zonder ver
standelijke analyse.
Soms staan we plotseling voor
een schilderij van geheel andere
orde, doch in wezen van dezelfde
geestelijke geaardheid; een har
monische synthese van verschil
lende elementen, een zekere rang
schikking en ordening van de
onderdelen, een gelukkig samen
gaan van architectuur en stede-
bouw, van landschap en bouw
werk.
Het is stileen straatje begrensd
door simpele, evenwichtige gevel
tjes; een huizenrij weerspiegelend
in de gracht; een gaaf pleintje;
een boerderij in haar omhulling
van de erf beplanting; een kerk
torentje, uitstekend boven het ge
boomte; een doorkijkje onder een
schemerduister poortgewelf. Ook
hier, als in een schilderstuk, een
veel-eenheid van stof en kleur in
een harmonische ordening, waar
bij de voorwerpen niet meer op
zichzelf staan, doch de totale compositie een pic
turaal geheel is.
Het straatje is een bouw- en stedebouwkundig
kleinood geworden, niet alleen doordat de hoogte
van de huizen en straatbreedte een juiste verhou
ding tot elkaar hebben, maar ook omdat de struc
tuur van gevels en straat door afmetingen, vorm
89
Catharijnepoort te Dordrecht.
foto Lichtbeeldeninstituut