DEMPINGSPLANNEN TE HEERENVEEN
fpo °o
Heerenveéndanktzijnontstaanaan de verveningen,
die omstreeks 1550 in de omgeving van de tegen
woordige plaats door de Compagnons' Dekema,
Kuik en Foyts op grote schaal werden aangevat.
De venen, uitgestrekte, ontoegankelijke gebieden,
gelegen in de grietenijen Schoterland, Aengwirden
en Haskerland, waarvan de onderlinge grenzen
samen kwamen ter hoogte van de nu nog aanwezige
driesprong van kanalen in het cemtrum van de
plaats, werden opengelegd door het graven van de
Heerensloot. Deze vormde de verbinding van dit ge
bied met de Friese meren in het Noorden en de
op deze vaart aansluitende, Oostwaarts de venen
ingaande Compagnonsvaart. Van de Compag
nonsvaart uit werden nagenoeg evenwijdig lopende
dwarsvaarten gegraven, waarlangs het veen werd
afgevoerd. Zowel langs de Heerensloot als langs de
Compagnonsvaart liepen aan beide zijden paden
of wegen.
De hier geschetste ontginningsmethode heeft het
gebied deze, de veenkoloniën typerende, structuur
van de parallelle verkaveling gegeven," welke ge
handhaafd bleef, ook nadat het veen verdwenen
was en het land voor agrarische doeleinden ge
schikt gemaakt was. Zo is 'dit nog heden ten dage
duidelijk zichtbaar. In overeenstemming met de
verkaveling, wérden aan weerszijden langs de Hee
rensloot en de Compagnonsvaart langs de weg hui
zen geplaatst, dus in een rij en parallel gericht.
Landschap en dorp zijn dus op een zelfde stramien
opgebouwd, waarbij tussen dorp en landelijke om
geving een overgang nauwelijks merkbaar was. Ten
slotte wordt in het hart van het plaatsje een zeer
gesloten dorpsbeeld gevormd, van enigszins „steeds
allure", dat vroeger momenten van grote schoon
heid bezeten moet hebben. Omdat in Heerenveen
de „Heerewech" naar Overijssel door middel van
een ophaalbrug de Compagnonsvaart kruist, nam
OOO
IHs-Sl
OO O
QOJ//Ö
cLElRLNVEXN 1
38
AENGVIDDEN
OeNEMA
5'cmeltinga
Cback- state
UASKERLAND^
■TOESTAND EIND 17*EEUW'