ning af. Onder het toezicht van deze verordening
vallen opschriften, aankondigingen en afbeeldin
gen, het woord reclame is vermeden opslag
plaatsen en verwaarloosde onroerende góederen.
De opschriften enz. voor eigen beroep of bedrijf en
de tijdelijke aankondigingen welke een zekere
maat niet mogen overschrijden zijn van het
verbod uitgezonderd. Worden de reclames tot een
ontsiering, dan kan verwijdering gelast worden.
Ook verwaarloosde terreinen zijn in de schoonheids-
zorg betrokken: „Gedep. Staten zijn bevoegd de
eigenaar of gebruiker van een onroerend goed, dat
naar hun oordeel zodanig verwaarloosds of onder
houden wordt, dat daardoor de schoonheid van de
omgeving wordt geschaad, bij aanschrijving te ge
lasten, daarin binnen een daarbij te stellen termijn
en op de daarbij aan te geven wijze verbetering te
brengen". Deze bepaling geldt voor onroerende
goederen in het landelijke deel van een gemeente
en vanaf de openbare weg zichtbaar. Op kosten
van de overtreder kan worden weggenomen, belet,
verricht of hersteld, hetgeen in strijd mét de veror
dening is geschied. Aan de betrokkenen is niet de
gelegenheid gelaten tegen een aanwijzing van Ge
deputeerden voorziening te vragen bij de Provin
ciale Staten.
Voordat ik de Bónd Heemschut in het vervolg van
dit artikel vaarwel zeg, om te schrijven over andere
landschapsverordeningen, moge ik de met succes
bekroonde bemoeiingen van de Bond met de
benzinepompen en tankstations langs de wegen noemen.
Hij wekte belangstelling bij .enkele petroleum-
maatschappijen, wat tot gevolg had, dat in 1940
vier maatschappijen zich bereid verklaarden aan
dacht te schenken aan vormgeving en kleur, aan
wending van heesters en grasstroken.
Ik onderbreek hier even om te bedenken welke
aanslagen er op het landschap denkbaar zijn en
welke middelen er tegen beraamd zijn. Naast de
reeds besproken inbreuken is natuurschennis denk
baar door niet-agrarische bebouwing, afgraving,
houtkap, oeveraantasting, plantenbeschadiging en
bloemen plukken. Afweermiddelen tegen deze in
breuken bestaan hier en daar, soms voor een ge
meente, soms voor een provincie. Een algemene
bescherming kunnen de natuurmonumentenveror
deningen verlenen. Met deze opsomming ben ik,
zoals de lezer begrijpen zal, nog lang niet uitge
praat over alle overheidszorg voor het natuur
schoon; hierover zal, naar ik verwacht, binnenkort
een door mij geschreven boek verschijnen.
Haarlem, Jan. 1949. Wordt vervolgd).
DIE WETE ZICH BARBAAR
Elke eenzijdigheid is verkeerd. Het is onjuist en
verwerpelijk alleen maar te strijden om het behoud
van oude huizen, om alleen maar terug té staren
op vergane glorie en de hartslag van het heden en
de roeping van de toekomst niet te verstaan. Maar
op dezelfde gronden is het onjuist en onaanvaard
baar om alleen maar te vechten voor industriali
satie, blind voor de roemrijke traditie waarop ons
hedendaags bestaan wortelt, onberoerd door de
kracht die uitstraalt van de schoonheid, geschapen
door onze voorouders. Immers wie die negeert
plaatst zich buiten de cultuur en wete zich barbaar.
27
Over verfoeilijke reclame gesproken! foto arch. B.H.
1) Resp. Natuurbescherming in Nederland, uitgave V.U.B.
T937-en~Natuurbescherming 'en -Landschapsverzorging in
Nederland, uitgave W.B. 1946.
2) Reclameverordening van Noord-Holland, 16/7 '12; van
Zeeland, 22/11 '12; van Z.-Holland 6/10 '13; van Limburg
23/12 '18; van Gelderland 8/1 '25; van Utrecht 28/4 '25;
van Friesland 26/7 '27; van Drenthe 5/10 '27; van Groningen
29/8 '29; van Overijssel 6/5 '30; en van Noord-Brabant
30/7'31-
3) Ned. Inst. van Volkshuisvesting en Stedebouw over
welstandsbepalingen en reclameverordeningen, Gemeente
bestuur, April 1928.
4) Arrest 8/11 '37, N. J. '38 nr. 367.
6) K.B. van 18/2 '32, S. 56 betr. de welstandsbep. van
Ommen.
6) K.B. van 8/9'33, S. 314.
K.B. van 11 Febr. 1927, nr. 17, Gemeentestem 3938,
betr. de welstandsbep. van Zwolle
8) Uitg. Ver. van Ned. Gemeenten 1944.
9) Waterstaatkundige werken en Landschapsschoon, De
Ingenieur 25 Oct. 1940.
10) K.B. van 17 Oct. 1932, S. 499.
u) K.B. van 1 Juni 1934, S. 318.
12) Zomerhuisjes, Tijdschr. v. Volkshuisv. en Stedeb., Nov.
1936.)
13) 20 Jan. 1948, Prov. blad nr. 18.