te laten en de medewerking, welke zij willen ver lenen om de aantasting van het landschap tot het uiterste te beperken, ons met dankbaarheid ver vult. Dit begrip en deze medewerking breken gelukkig meer en meer baan. Wij hebben de droeve les van veel onherstelbaar verlies, van veel nodeloze schen ding geleerd en de Bond Heemschut behoeft slechts in zijn archieven de historie der laatste 50 jaar na te slaan om daaruit nieuwe kracht te putten en voort te gaan met zijn mooie taak, die door de naam reeds zo duidelijk wordt weergegeven. Mr J. W. KEISER VERORDENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE SCHOONHEID VAN HET LAND Het is niet bij alle lezers bekend, hoeveel de Bond Heemschut tot stand heeft gebracht. Dit is wel zo veel dat een tijdschrift-artikel onmogelijk alles kan bevatten. Het zal. velen dan ook wenselijk voorko men, dat iemand, die het zich veroorloven kan, eens een halfjaar zijn gewichtige bezigheden op zij zet en de thans nog rommelige boekenkast van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten doorsnuffelt. In oude jaargangen van natuur- beschermings- en biologische verenigingen uit binnenland en de omringende landen, zal hij een schat van gegevens vinden J om een boek te schrijven over de groei der natuurbeschermings- en heemschutbeweging. Wel kennen wij het boekje Heemschut in de Heemschutserie, het boek van F. Koster en dat van de grote Dr Thijsse x), doch zij zijn te beknopt en wijden maar een of twee hoofdstukken aan deze cultuurstroming. Van de zeer vele bemoeiingen van onze Bond, noem ik diegene, die met natuur- en landschaps bescherming te maken hebben en vrijwel alle tot enig resultaat hebben geleidreclames, welstands bepaling, transformatorhuisjes, electrische gelei dingen, lintbebouwing, zomerhuisjes, beeknorma lisatie, opslagplaatsen en autobelten en benzine stations. Niet over al deze werkzaamheden zal ik uitwij den, maar alleen over de provinciale en gemeente lijke verordeningen, waarvan enkele door de noeste arbeid van de heemschutters zijn tot stand gebracht. Onmiddellijk na zijn oprichting begon de Bond Heemschut te ageren tegen de verfoeilijke reclames. Een statenlid van Noord-Holland, tevens bestuurs lid van de Bond, maakte een ontwerp-verordening tegen ontsierende reclames aanhangig, welke in 1912 als Verordening tot wering van inbreuken op het natuurschoon werd vastgesteld. Deze verorde ning, welke van toepassing is op het landelijk deel der gemeenten, bepaalt, dat het de gebruiker van een onroerend goed verboden is, daarop borden of muren of andere voorwerpen, dienende tot reclame te hebben. Dit verbod gold in de eerste lezing niet, indien reclame werd gemaakt voor op het land of in het huis vervaardigde of verhandelde goederen. Gedep. Staten kunnen vrijstelling verlenen, wan- neer naar hun oordeel het landschapsschoon niet geschaad zal worden. De uitzondering voor op eigen terrein verhandelde of vervaardigde waren heeft ten gevolge gehad, dat de strekking der verordening ontdoken werd. Handelaars en fabrikantengaven enige hunner artikelen in consignatie aan een boer, die langs een drukke weg woonde, en konden dan, zonder ver gunning te vragen, hun waren op borden van alle denkbare formaten aanprijzen. De Noord-Hollandse Reclameverordening werd in 1934 zodanig herzien, dat, met handhaving van de bestaande uitzondering, oök toezicht op de reclames voor eigen zaak werd uitgeoefend. In de loop der jaren heeft elke provincie een reclameverordening gekregen, elk van toepassing op het landschap 2)De Gelderse Reclameverorde ning verklaart 69 van de 112 gemeenten in haar geheel landelijk, zodat deze ook de kleine dorpen binnen haar werkingssfeer betrekt. De. Friese Reclameverordening is van toepassing op dorpen van minder dan 5000 inwoners. De stedelijke Reclameverordeningen zijn eveneens het gevolg geweest van het werk van de Bond. Nijmegen nam in 1912 als eerste een betreffende bepaling in de algemene politieverordening op. Ik wil hier verder het zwijgen toedoen. De provinciale reclameverordeningen dragen, zo als een in 1928 verschenen rapport 3) vermeldt, een preventief karakter: het is verboden, behou dens vergunning of ontheffing. De gemeentelijke reclameverordeningen daarentegen, zijn in het al- 24

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1949 | | pagina 10