der nergens in ons land, waarschijnlijk nergens ter
wereld, aan. Een wetenschappelijk onderzoek naar
de wordingsgeschiedenis van dit gangenlabyrinth,
dat reeds door de Romeinen vermeld werd, en dat,
blijkens de opschriften op de wanden reeds eeuwen
geleden als bezienswaardigheid gold, is nooit inge
steld; Slechts van een klein gedeelte bestaan platte
gronden, deze ontbreken nagenoeg van de grote
complexen (ongeveer 100 ha), die in de komende
60 jaa-r zullen verdwijnen.
Wij vroegen daarom de Ministers geen beslissing te
nemen vóór een onderzoek ingesteld was naar de
cultuurhistorische betekenis van de berg. Verder
wezen wij natuurlijk op de landschappelijke, re
creatieve en natuurhistorische waarde. Vooral de
beide hellingen langs de dalen van Maas en Jeker
zijn natuurhistorisch van groot belang.
Bijna 3 jaar heeft-de regering de zaak bestudeerd.
De Rijksdienst voor het Nationale Plan stelde voor
elders in Zuid-Limburg mergel te gaan winnen.
Deze is daar in overvloed aanwezig. Een Commis
sie kreeg opdracht te onderzoeken welke finantiële
offers dit zou vergen. Zo werd de economische kant
van de kwestie nog enigszins onderzocht, maar het
door ons gevraagde onderzoek naar de waarde
van de St. Pietersberg, die helaas niet in geld is uit
te drukken, bleef achterwege en de Ministers na
men hun beslissing dus alleen op grond van econo
mische overwegingen. In het in de kranten ver
schenen officiële bericht leest men, dat de Ministers
het betreuren, dat hierdoor een „stuk natuur
schoon" verlóren zal gaan. De oudheidkundige
betekenis van de berg waar het voornamelijk
om gaat is blijkbaar ondanks alle requesten niet
tot de departementen doorgedrongen. In dit ver
band spreekt ook de kwalificatie „holen voor vleer
muizen", die de Minister van Onderwijs zich liet
ontvallen, toen de zaak achteraf in de Tweede
Kamer besproken werd, boekdelen.
De Eerste Nederlandse Cement Industrie (Enci)
kreeg dus de vergunning om de fabriek uit te brei
den (c.q. een nieuwe fabriek te bouwen) en dit
hield in, dat Gedeputeerde Staten van Limburg op
verzoek van de Regering een afgravingsvergun
ning voor 60 jaar zullen moeten verlenen en dat de
Gemeente Maastricht haar uitbreidingsplan zal
moeten aanpassen, de over het concessie-terrein
lopende wegen (die overigens onbelangrijk zijn)
aan het openbaar verkeer zal moeten onttrekken
,en deze aan de Enci zal moeten verkopen.
Alleen al door deze feiten zijn provincie en ge
meente zeer nauw bij de zaak betrokken. Het mag
dan ook bevreemdend heten, dat deze lichamen
niet vertegenwoordigd waren bij de slotbespreking
in Den Haag.
Het meest verontrustende feit is echter, dat uit
niets blijkt, dat de Ministers aan de verleende
vergunning voorwaarden verbonden hebben.
Onze Commissie stelt zich op het standpunt, dat,
indien het afgraven van het grootste gedeelte van
de St. Pietersberg onvermijdelijk is, tegenover dit
gewéldige offer een behoorlijke compensatie zou
moeten' staan, die samengevat zou kunnen worden
in de volgende twee punten:
1. overdracht van alle buiten de concessie val
lende terreinen aan een lichaam, dat deze als
natuurr en cultuurmonument zou beheren;
2. vorming van een fonds (eventueel door een
toeslag van enkele centen op de prijs van een ton
cement). Daaruit zou in de eerste plaats bekos
tigd kunnen worden het alsnog instellen van een
behoorlijk onderzoek naar de wordingsgeschie
denis van het tot verdwijnen gedoemde gangen
stelsel, zodat dit niet verloren gaat zonder dat
het nageslacht er iets van weet.
Dit onderzoek zou moeten bestaan uit het maken
van plattegronden en het bestuderen van de in
de loop der eeuwen gevolgde werkwijzen en van
de opschriften. Verder zou dit fonds kunnen
dienen om daarmee andere monumenten door
aankoop veilig te stellen.
Nogmaals, uit niets blijkt, dat de Ministers voor
waarden, van welke aard ook, gesteld hebben.
Zullen de lagere instanties, provincie en gemeente,
in deze richting nog iets kunnen bereiken? De
kans lijkt ons gering.
De provincie heeft de- verlangde vergunning in
middels verleend. Hierdoor zal ook de „coulisse",
die tot nu toe de groeve vanuit het Maasdal mas
keerde, verdwijnen, „geheel in de geest van de
beginselverklaring van de Minister van Economi
sche Zaken", zoals het in het betreffende kranten
bericht heet.
6
Opschriften in gotisch schrift uit de 15e eeuw in het gangen
stelsel Slavante van de St. Pietersberg foto Ir D. C. van Schaik