met het verwachte resul
taat, vermoedelijk, om
dat de stemmenverhou
ding van de raad daar
toe de Kroon geen aan
leiding gaf.
Hiermede zou het pleit
voor de toren beslist
zijn en sloping nood
zakelijk zijn geworden,
indien niet allerlei om
standigheden tot be
dachtzaamheid noop
ten.
Van de zijde van het
ministerie werd op be-
,houd aangedrongen,
zonder nadere toezeg
gingen. „Het Zuidhol-
landsch Landschap"
achtte de toren zo'n be
langrijk element in het
landschap, dat een sub
sidie werd toegezegd.
Geheel onverwacht
kwam van de zijde van
het kadaster en de To
pografische Dienst het
bericht, dat men van
het voorgenomen af
breken had gehoord en
vooral verzocht dit niet
te doen, aangezien de
toren van belang was voor de driehoeksmeting.
Sloping zou op geheel ander terrein grote kos
ten met zich meebrengen. Merkwaardigerwijs
kon dit echter geen reden zijn om bijvoorbeeld
bij te dragen in de ƒ1000.herstelkosten, want
deze diensten hadden 'geen posten om restau
raties van gebouwen te bekostigen, dat be
hoorde bij de rijksdienst voor de Monumenten
zorg thuis.
Het oordeel van de Bond Heemschut werd ge
vraagd. Onze provinciale subcommissie voor Zuid
holland stelde ter plaatse eèn onderzoek in, het
welk leidde tot het advies, dat de toren, hoewel opv
zichzelf niet aantrekkelijk, van zeer groot belang
moet worden geacht voor het landschap. Sloping
zou het landschapsbeeld in ongunstige zin beïn
vloeden. Het Dagelijks Bestuur van onze Bond
heeft hierin aanleiding gevonden zich tot B. W.
van de gemeente Rozenburg te wenden, om alsnog
het behoud van de toren, door herstel, in overwe
ging te nemen. Een merkwaardig heemschutgeval.
aas
Industrialisatie is dezer dagen een machtswoord.
Daar gaan de deuren van departementskamers en
gemeentelijke bureaux sneller voor Open dan voor
verzoeken om behoud van stads-, dorps- of land-
schapsschoon. Dat is alleszins begrijpelijk, Neder
land vecht om zijn bestaan. Als heemschutters
onderkennen wij dit allerminst, maar wij'houden
daarbij voor ogen wat industrialisatie aan schoon
heid heeft vernietigd en wij zijn overtuigd, dat dit
veelal niet nodig was geweest. Men behoeft daarbij
niet enkel aan een klassiek voorbeeld te denken,
zoals de Zaanstreek dat oplevert, men zie slechts
om zich heen in vrijwel alle steden van Nederland
en op ontelbare plaatsen langs de rivieren (Vecht
bij Utrecht!) en in het landschap. Industrialisatie?
Accoord maar met een open oog voor de bestaande
schoonheid. Wij vechten niet alléén voor ons be
staan, maar ook voor een bestaan in een zo aange
naam mogelijke omgeving. Dat is een sociaal be
lang van verstrekkende betekenis.
Een der indrukwekkendste tochten door het polder
gebied van Waterland kan men maken, als men
wi »-
Monnikendam, gezien vanaf de Provinciale weg
'foto Bram Sof/ree