Mr R. KORTHALS ALTES
DE MOLEN
BIJ OUDERKERK
huidige Haarlemmerweg zal binnen de Gemeente
op den duur als een stedelijke randweg langs het
toekomstige stadsdeel Slotermeer in dit plan wor
den verwerkt door middel van een plantsoenrand.
De oude Sloterweg binnen de Ringspoorbaan
wordt gewijzigd in een stedelijke verkeersweg,
waarbij aan de beplanting ter weerszijden de ver
eiste aandacht zal worden besteed. Deze beplan
ting zal zodanig aangebracht worden, dat zij een
behoorlijke aanpassing aan het landschap en af
scherming van de bestaande bebouwing geeft.
Voor de weg uit het Gooi bestaan plannen, deze
door de Watergraafsmeer een eigen tracé te geven,
hetgeen verkeerstechnisch zowel als landschappe
lijk een grote verbetering zal betekenen."
De bijzonder lelijke Hemweg, zijnde de grote
noordelijke uitvalsweg, wordt niet genoemd; ook
deze route behoeft een volledige vernieuwing.
Aan de Sloterweg wordt thans gewerkt.
Wij hopen dat de rommelige bokpalen met haar
electrische- en telefoonleidingen en provisorische
lampen, zullen verdwijnen om plaats te maken
voor moderne en aesthetisch verantwoorde licht
masten, dat de gemetselde peilers van de voorma
lige 'brug in de Ringbaan, welke als zuilen van
Hercules de toegangsweg insnoeren, mét de aan
grenzende grondlichamen, worden opgeruimd en
dat door een ruime profilering en royale beplan
ting deze stedelijke verkeersweg, welke nog jaren
lang de interlocale en zelfs internationale zuide
lijke toegang zal vormen, inderdaad een hoofd
stedelijke allure zal verkrijgen.
Het lijkt een hachelijke onderneming om in een
Heemschutnummer, grotendeels gewijd aan Am
sterdam, te schrijven over de molen bij Ouderkerk.
Dit is echter slechts schijn, want reeds ten tijde van
de „van Aemstel's" waren stad en dorp nauw met
elkaar verbonden. Later in de 17e en 18e eeuw, en
ook nu nog, zocht en zoekt een zo groot aantal
Amsterdammers verpozing op en aan de rivier en
vestigden zovelen er hun buitenverblijven dat wij
gerust kunnen zeggen dat Amstel en de Amster
dammers onafscheidelijk met elkaar lief en leed
gedeeld hebben.
De Amstel kan dus stellig in dit nummer besproken
worden en wat de heemschutgedachte betreft
daarvoor is aan de Amstel zo veel te doen dat daar
over geen verschil van mening mogelijk is. Dit is
wel een beetje verwonderlijk want goed beschouwd
is de Amstel de enige plaats waar de landelijke
schoonheid tot voor de stad doordringt. Des te
meer verwondering zal het wekken dat de buiten
gewone mogelijkheden die de rivier biedt nog
steeds niet werden benut, dat nog steeds geen af
zonderlijk „Amstelplan" werd opgemaakt waarin
de rivier het bindende element vormt tussen de
oevers, en niet een scheidend tussen buurten en
gemeenten, zoals nu het geval is.
Jammer is, dat schoonheid niet in cijfers is uit te
drukken zodat moeilijk is aan te geven hoeveel de
Amstel daarvan heeft ingeboet. Ten einde het ver
val van het rivierlandschap enigermate aan te ge
ven zouden wij de molens tot voorbeeld kunnen
kiezen; zij brengen ons dan tevens tot het onder
werp van dit stukje.
Zo omstreeks 40 tot 50 jaar geleden stonden er elf
molens aan de Amstel; vijf tussen Amsterdam en
Ouderkerk, een korenmolen in dit dorp zelf en vijf
molens tussen Ouderkerk en Nes. Deze laatste vijf
vormden met elkaar een bemalingseenheid die het
water uit de Bovenkerker-polder in drie trappen op
de Amstel bracht; van hen is weinig meer terug te
vinden. De korenmolen „de Vrede" heeft plaats
moeten maken voor een maalderij, zo lelijk dat
daardoor de gehele Amstelkom in Ouderkerk wordt
ontsierd. Van de overige vijf is alleen de Klein-
Duivendrechtse molen over gebleven. Twee van
de andere lagen omtrent de plaats van de Zuider
gasfabriek en van de Ringspoordijk.
Die Klein-Duivendrechtse molen heeft al een hele
12
De Hemweg, Amsterdam foto A. G. M. Boost