INHOUD No. 5, 1948
n 82
88
(Vei vol ft van paft 85 j
De namiddag werd beëindigd met de officiële opening
van een overgeplaatst tolhuis uit de gemeente Zuid
laren in Drente, door de Burgemeester van deze
gemeente.
Uit de aanwezigheid van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, de Commissaris der
Koningin van Gelderland en Utrecht en een vertegen
woordiger van de Commissaris van Drente en van vele
andere autoriteiten bleek duidelijk de grote belang
stelling voor het Nederlands Openlucht Museum.
Onder de gasten bevonden zich ook de voorzitter en
de secretaris van de Commissie Stad en Dorp, waar
mede de nadruk werd gelegd op de grote verwant
schap, die er bestaat tussen deze Commissie, waarvan
ook de heer Roukens lid is en het Openlucht Museum.
Men zou bijna kunnen spreken van een familierelatie,
'want beide zijn geboren uit dezelfde liefde voor de
schoonheid en het historisch karakter van de Neder
landse steden en dorpen. Maar al zijn het kinderen van
dezelfde moeder, hun doelstelling is niet dezelfde; zij
vullen elkaar aan. Het is zeker niet het streven van de
Commissie Stad en Dorp om van geheel Nederland
een Openlucht Museum te maken. De aantrekkelijk
heid van onze steden en dorpen kan alleen dan
behouden blijven, wanneer de architectonische eh
stedebouwkundige objecten ook thans nog de plaats
in het stadsbeeld en in de samenleving innemen, die
zij vroeger hadden, niet als kunstmatige museum
stukken, maar als levende elementen van schoonheid
in het algemeen aspect. Het stadsbeeld verliest aan
charme, wanneer deze elementen geen- functie meer
hebben te vervullen. 1
Kan echter aan deze eis steeds worden voldaan? Kan
de vroegere levende schoonheid steeds bewaard blijven
ook wanneer aan de eisen van het moderne verkeer
moet worden tegemoet gekomen, als_ woonhuizen
onbewoonbaar blijken, grachten gedempt moeten
worden, molens door motoren worden vervangen, enz.
Het antwoord moet helaas ontkennend luiden, wij ver
liezen steeds tenein. Het is een strijd tegen de tijd,
maar het is een ongelijke strijd. Want op de duur
wint de tijd het altijd, hij heeft nu eenmaal de tijd
mee.
Maar daar waar Heemschut het af moet leggen, daar
waar de monumenten in de steden en dorpen zich
niet meer kunnen handhaven tegen de tijd, waar
volkskunst en volksgebruiken het afleggen tegen het
modernisme, daar steekt het Openlucht Museum de
beschermende hand uit. De objecten, die in de ipoderne
samenleving niet meer levend te houden zijn, neemt
het Openlucht Museum onder zijn hoede. Zijn doel
is het wakker houden van de herinnering aan al dat:
gene, wat eens de schoonheid en het karakter uitmaakte
van het Nederlandse volk in al zijn schakeringen in
de gouden tijd van zijn bestaan. Daarom zien wij de
instandhouding en de groei van dit instituut als een
cultureel belang van de eerste orde.
Ivei volg artikel hojjeshof)
In Leiden ligt, ergens achteraf nog een hofje, waarvan
een afbeelding hierbij gaat, dat, wat een geluk, arm is
en geen geld heeft om de tuin eens flink te laten
moderniseren. Maar wee die tuin, als het ooit tot
restauratie komt. Dan krijgt, de ervaring heeft het
geleerd, ook de hofjeshof een grote beurt. Die nog
geld kost bovendien.
Wie weet een weg tot bescherming van de nog be
staande echte hofjes-hoven?
MARGRIT DE SABLONIÈRE
NIEUWE LEDEN
Als buitengewoon lid traden toe
Ir H. A. Breuning te Haarlem, Mr M. G. L. van
Schouwenburg te Amsterdam, Mr W. C. Graaf van
Rechteren Limpurg te Almelo, K. van Puffelen te,
Amsterdam, W. J. Augustijn te Velp, J. J. W. IJssel-
muiden te Arnhem, J. C. Budde te 's-Gravenhage, Mej.
S. Matser van Bloois te Wijhe, Ir L. C. Pabon te Hen
gelo, Mevr. A. G. Kolff Hannema te Wassenaar, W.
C. Leclercq te Haarlem, J. M. Fossen te 's-Gravenhage,
Mr H. van Lanschot te 's-Hertogenbosch, P. Teunissen
te Eindhoven.
Als gewoon lid trad toe het Gemeentebestuur van
Hilversum.
BERICHT AAN DE LEDEN
Van nog niet alle leden werd de contributie over 1948
ontvangen.
Zij, die voornemens zijn hun contributie te gireren,
verzoeken wij dit vóór 1 November a.s. te willen doen.
Wanneer vóór genoemde datum het verschuldigde
bedrag niet is ontvangen, nemen wij aan, dat wij hier
over mogen disponeren.
Het verslag van de Commissie „Heemschut en de
Jeugd" hopen wij in het volgende nummer van ons
orgaan te kunnen opnemen.
t'aS 71
TON KOOT - OP HEEMWACHT
n 7 6
37c JAARVERSLAG VAN DE BOND HEEMSCHUT
pa$ 8o
VERSLAG VAN DE COMMISSIE W I L
VERSLAG VAN DE COMMISSIE STAD EN DORP
n 8 4
- J JANS - GROENLO
paij 86
MARGRIT DE SABLONIÈRE
MOET DE HOFJESHOF UITSTERVEN'