84
GROENLO
van Amersfoort, het woord, die aandrong op een actie
onder de jeugd en daarbij aan onze commissie „Heem
schut en de Jeugd" voor ogen hield wat kampeer-
kannibalisme op de Besthmerberg te weeg heeft
gebracht; op een Heemschutactie in de pers en op de
wenselijkheid van meer vertegenwoordigers uit de
Oostelijke en Zuidelijke provincies in het Algemeen
Bestuur.
De heer S. J. Verwc-r (Bergen) wees ef op, dat het
kannibalisme van pensiongasten veelal groter is dan
van kampeerders.
De heer P. Hoogland, oud-inspecteur bij het onderwijs,
wees op het werk van de Getn. Comnjissie voor Heem
kennis te Amsterdam, wier bestuur hij vertegenwoor
digde en bood dezer medewetking aan.
De heer G. H. Post Cleveringa verzocht contact met de
Stichting Instructieve Schoolreizen.
De vergadering nam met leedwezen kennis van het
heengaan van Mr F. J. van Lanschot als bestuurslid,
die om gezondheidsiedenen zijn plaats beschikbaar
stelde en benoemde tot nieuwe bestuursleden de heren
A. Oosterlee, hoofd van de afd. Vorming Buiten
Schoolverband, van het Ministerie van O., K. en W.,
Ir J. D. M. Bardet en D. F. Lunsingh Scheurleer,
adviseur voor de musea.
Na de gemeenschappelijke koffiemaaltijd werd de
Lebuïnuskerk bezocht, waar de heer 'A. G. Beltman een
enthousiast uitgesptoken en overzichtelijke inleiding
hield over deze prachtige kerk en haar restauratie.
Onder grote belangstelling werd deze aangehoord en
daarna de kerk bezichtigd. Onder leiding van de heren
Ir W. P. C. Knuttel, G. J. Lugard en A. G. Beltman
werd in drie groepen een wandeling gemaakt door
oud-Deventer. Uiteraard trokken daarbij bijzondere
aandacht de overgebleven Zuiderzijbeuk van de voor
malige Mariakapel, de laat-gothische Boterwaag, de
typische Gelders-Overijsselse gevels o.m. aan de Rijk-
manstraat en de door een der bombardementen bloot
gelegde stadsmuur met bogen bij het Emmapléin. De
wandeling toonde de Deventer rijkdom aan zeventiende
eeuwse woon- en pakhuizen en gaf een inzicht in de
taken, welke hier voor Gemeentebestuur en de vereni
ging „Oud Deventer" liggen, om bij de herbouwde
aanwezige schoonheid van Deventer zo goed mogelijk
tot haar recht te doen komen, de stad ten roem en
ter ere.
De wandeling werd besloten met een bezoek aan de
Waag, waarin het museum gevestigd is. IJet. heeft ons
tot grote voldoening gestemd, dat Burgemeester
Bloemers de gehele Fleemschutdag in zijn stad heeft
bijgewoond. Hij moge aan de discussie en vragen, die
voortvloeiden uit dit bezoek, gemerkt hebben, hoezeer
de Heemschutters belang stelden in deze zo gewaar
deerde rondgang.
Uit de voldoening der vele aanwezigen moge gecon
cludeerd worden, dat ook deze zeven-en-dertigste jaar-
Vergadering een succes is geweest.
T. K.
In aansluiting aan Uw berichtje uit Groenlo in het
„Molen-nummer" zou ik graag op het volgende de
aandacht willen vestigen.
Als architect, belast met de leiding van de restauratie
der N. Herv. Kerk te Groenlo, kom ik geregeld in
dit stadje.
Wat- de kerk betreft, weinigen zullen vermoeden,
dat binnen de vervallen, bepleisterde en gescheurde
muren een kerkinterieur te vinden is, dat zijn weerga
in het hele Oosten van Nederland moeilijk zal vinden.
Jarenlange verwaarlozing gaf de kerk aan de buiten
kant de vervallen gedaante, die ze ook nu nog groten
deels vertoont. Een paar granaten door het dak deden
de rest. Gewelven stortten in, ramen werden verbrij
zeld en door lekkage werd nieuwe schade aangericht.
Door een snelle noodrestauratie, vooruitlopend op de
totale restauratie, werd'een veiliger toestand geschapen.
Het dak is gedicht, de muren zijn verankerd en nu
komt de dagsnaderbij, waarop de kerk voor de Dienst
in gebruik zal kunnen worden genomen.
Daarna zal het gehele exterieur onder handen moeten
worden genomen en, evenals het interieur, in zijn oude
luister worden hersteld.
De thans deerlijk gehavende westgevel met hoofd
ingang zal de hoek van het Marktplein opnieuw
beheersen, maar nu ontdaan van pleisters, vervalver-
schijnselen en de kwalijke .toevoegingen, waaraan de
negentiende eeuw zich zo vaak schuldig heeft gemaakt.
roenlo
Arch. JJans
Schaal I a -1250