DE RESTAURATIE VAN EEN VESTINGMONUMENT Singel 42. Daar stond de buitendeur open en gaf zo maar inzicht in een groot lokaal met rondom alles vlak gepleisteid, met electrische buislampen aan het plafond, een echt mooie showroom. Vestibule en gang verdwenen. Het type van indeling behoeft straks niet meer vermeld te worden in de Monumentenlijst. Dat is op een wandelingetje weder 5 stuks. Hoeveel zou dat in de gehele stad zijn? Per jaar, per week pet dag. Wie kan het cijfer verstrekken? De Bocht van de Herengracht is het neusje van de zalm. Juist geschikt voor een experiment. Dit keer de vlaggestok. Vroeger jaren werden bij hoogtijdagen de vlaggestokken uit de zoldervensters gestoken, en hin gen de vlaggen wijduit, een merkwaardigheid van de stad. Iemand vond iets anders uit, een kunstje, waar onder te verstaan een noviteit, iets dat tevoren de mensheid niet bekend was. Hij stak de vlaggestok aan de gevel schuin omhoog en liet deze, na het inhalen van de vlag kaal achter. De buurman deed het na. Nu zijn in het stukje Herengracht oneven zijde van het Koningsplein tot de Bocht reeds 15 stuks blijvende vlaggenstokken. De bouwverordening regelt keurig wat buiten de rooilijn mag steken en hoeveel, maar daar worden vlaggestokken niet bij vermeld. Er is ook nog een precarioverordening. de Dumoulinse forten te Maastricht Na ruim 20 jaren van ondeihandelen door de erbij betrokken Rijks-departementen, zowel ondeiling als met de gemeente Maastricht en breedvoerige adviezen van Monumentenzorg (de eerste dateren reeds uit 1922) werd eindelijk op 10 Juni 1943 het proces-ver baal getekend, waarbij de overdracht „in materieel beheer" van het grootste gedeelte der oude vesting- gronden aan het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen plaats vond. In 1946 volgde de rest en thans bezit laatstgenoemd Departement een terrein- strook, groot ong. 15 ha, aan de Statensingel, waarop zijn gelegen: de bastions Saxen, Holstein, Erfprins en Stadhouder, de couvreface Dumoulin vóór laatstver- meld bastion en de contrescarp met de lunetten Gelderland, Holland en Zeeland, alles met hoge bekle dingsmuren, droge grachten en onderaardse mijnstel- sels. De hierbij afgedrukte plattegronden, van de nog bestaande vestingwerken, en het profiel van het in 1775 aanbestede aardwerk zijn reproducties van de oorspronkelijke, gekleurde bestektekeningen, voor komende in de mooi gebonden „Detailboecken" uit de jaren van de bouw, of liever van de verbouwing der toen reeds aanwezige, maar grotendeels verouderde vestingwerken, i) De in de plattegronden tevens vermelde werken Staten- Generaal en Weideren zijn niet of nagenoeg niet meer aanwezig. Zoals uit de opschriften blijkt, zijn aangelegd: in de jaren 1773-1774 de buitenste werken, nl. de ge noemde lunetten en contrescarp, met bijbehorende mijngangen of „Sous-terrains"-; 27 Mei 1773 had hier van de openbare aanbesteding plaats; en in de jaren 1775 en volgende het binnenste gedeelte van het Hoge Front (bastions en couvre-face, met de sous-terrains)dit gedeelte werd 1 Juli 1775 aanbe steed. Van al deze vestingwerken, zowel boven- als onder gronds was Carel D. Dumoulin (1727-1793) de ont werper; in 1773 nog Kolonel-Ingenieur en Directeur der Fortificatiën te Maastricht, was hij bij de voltooi ing in 1775 gestegen tot Directeur-Generaal van 3 9 Vlagstokken aan de Herengiacht tussen het Koningsplein en de bocht Foto Hei du Capomnère m de keel van bastion Holslem met de leslamatiewcikzaamheden

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1948 | | pagina 5