10
den arbeid zelve, te kort doen. Zij zien in het
schoone handenwerk van vroeger tijden, ge
groeid uit het volk in al zijn geledingen en
staande te midden in het volle leven, slechts
het interessante archeologische, wetenschap
pelijke probleem, dat zonder de bezielende
medewerking der beeldende kunstenaars on
opgelost blijven moet."
Wie zal zeggen of dit probleem zich laat
oplossen en in hoeverre of het mogelijk is in
den gang van dezen tijd iets van het vroegere
in stand te houden, tot fundament van een
toekomstig schoon?
Wel kunnen wij zien wat het meest tot ont
aarding en vernietiging heeft geleid en ons
afvragen, wat is hiervan in de toekomst te
voorkomen en welke levenskwesties zijn hier
aan voor het volk in zijn geheel verbonden?
Heeft niet veel van ondergeschikt belang het
waardevolle uitgeroeid?
Waarlijk, het zijn nog steeds bepalingen,
maatregelen en uitvoering van werken, zoo
als hier het ruilverkavelingsplan, die op de
meest funeste manier hun invloed doen gel
den op het bedoelde terrein, zonder dat zij,
die hierover beslisten, er de consequenties van
konden overzien.
blijfselen beschermd dienen te worden, om
hem van een cultuurdrager tot een museum
ambtenaar te maken, maar de gemeenschap
tot het besef, dat voor alles haar behoud zin
rijk is, waar nog een levend verband bestaat
tusschen mensch en ding in harmonie met de
natuur.
Men zal dan ook gaan inzien wat van wezen
lijke waarde is en dat juist ieder onderdeel,
het moge ook op zichzelf van meer of minder
belang zijn, toch in een onderling verband
pas zijn hoogste waarde krijgt.
Dat de restauratie van onze monumenten
zonder dit besef gedoemd is het zinloos her
stel te zijn van een vorm zonder inhoud, door
gemis aan verband met het leven, waar ook
deze monumenten haar vorm aan ontleenden,
om zooals Prof. A. J. Derkinderen terecht op
merkte, door architecten en geleerden slechts
ten dienste van de wetenschap te worden ge
ïsoleerd, terwijl 'zij toch een beroep doen op
het volle leven, op alle krachten van den
maatschappehjken arbeid. Hij voegt hieraan
toe: ,,De aanwijsbare fout der restauratie
leiders is daarom deze, dat ze, in het resul
taat der samenwerking van geleerden en ar
chitecten de kunst, den beeldenden, vormen-
Typisch voorbeeld van een Terschellinger boerderij.