EINDVERSLAG COMMISSIE „HET DORP"
Algemeene Vergadering op l September 1944 te Leiden
Ook in het afgeloopen verslagjaar bleven belemmereride omstandigheden een
vertragenden invloed op het werk der commissie uitoefenen. Bezichtiging ter
plaatse was door de steeds verminderende reismogelijkheden practisch niet meer
mogelijk, terwijl de propagandamogelijkheden door het gebrek aan papier en de
weinige publicatie-ruimten in de pers uiterst beperkt waren.
Naar aanleiding van de reeds in het -vorige jaarverslag vermelde enquête inzake
het aanwezige dorpsschoon kan worden bericht, dat sindsdien nog van enkele
dorpen gegevens binnen kwamen. Ook ten aanzien hiervan werd echter de indruk
verkregen, dat de huidige bemoeienissen van vele dorpsbesturen (o.a. door evacuatie)
sterk belemmerend werken op èetj in deze zoo noodige, samenwerking. Een oproep
N tot de beroepsfotografen, tot het inzenden van foto's, betrekking hebbend op aan
wezig of geschonden natuurschoon bracht verschillende geslaagde collecties onder
het öog der commissie. Bij de toekomstige samenstelling van geïllustreerde uitgaven^
op het gebied van het dorpsschoon, zal zekér van de medewerking van deze
fotografen en hun collecties een vruchtbaar gebruik kunnen worden gemaakt.
De rêeds eerder gememoreerde medewerking aan de tentoonstelling „Amstel, Vecht
en Zaan", in het najaar van het jaar 1943 in het Stedelijk Museum te Amsterdam
gehouden," mag»met tevredenheid worden vermeld. De tienduizenden bezoekers
konden via twee spiegeldiorama's, welke in beeld brachten hoe een pittoresk
dorpsplein was en hoe het verminkt werd op aantrekkelijke wijze van de doel-
doelstelling en werkwijze der commissie kennis nemen. "De belangstelling was.
dermate intens, dat een der bezoekers zelfs een uitstekend, doch uitverkocht boek
werk over het dorpsschoon, dat tentoon was gesteld, naar huis mqdenam en tot
■heden toe niet terugbezorgde.
De wensch te komen tot een aanschouwelijk geïllustreerde uitgave over karakter,
omvang en behoud van het Nederlandsche dorpsschoon kon onder de huidige
omstandigheden niet worden vervuld. Tot verheugenis stemt, dat in de Heemschut
serie naasÉ een werkje over de Gooische dorpen thans binnenkort een over
het Brabantsche dorp het licht zal zien.
Inmiddels was bij de arbeid der commissie gebleken, dat dikwerf de scheiding
tusschen stads- en dorpsschoon moeilijk was te trekken. Enkele, door de commissie
als „dorpen" ingedeelde gemeenten, lieten niet na met een beroep op aloude
stadsrechten daartegen, overigens terecht, te protesteeren. Deze ondervinding,
gevoegd bij de inmiddels in de boezem "van het Dagelijksch Bestuur opgekomen
gedachte om de bescherming, restauratie en zoo noodig reconstructie van geheele
stads- of dorpsgedeelten ter hand te nemen, heeft geleid tot de instelling door het
Algemeen Bestuur Van eene commissie „Stad en Dorp", welke inmiddels op
24 Mei 1944 is geïnstalleerd. De drie leden v£jn de voormalige commissie „Het
Dorp", die in de nieuw ingestelde commissie „Stad en Dorp" zijn opgenomen,
hopen op deze plaats het aanvankelijk ter hand genomen werk, in breeder verband
en onder voorspoediger tijdsomstandigheden voort te zetten.
P. J. MljKSENAAR.