24
DE H E E M.S CHUTSERIE, DEEL 27
Dr H. E. van Gelper:
DE HISTORISCHE SCHOONHEID VAN 's GRAVENHAGE
Twee wereldbekende schrijvers hebben, elk op hun eigen specifieke wijze, de oude
residentie gekarakteriseerd; Voltaire, de scherpe Franschman, als ,,Le plus beau
village de 1'Europeen Vondel, de dichterlijke Amsterdammer, als „Hofjonffer
rijck van praal Ziedaar het beeld van „den Haag vroeger en nu. Want in wezen
is 's Gravenhage hetzelfde schoone dorp gebleven, ondanks haar pogingen tot stad
geëmancipeerd te worden. Prins Maurits het tenminste de plaats omringen met een
stel singels, waar er nutwee van over zijn. Over de schoonheid van 's Graven
hage schrijft Dr van Gelder, over het karakter, over den groei en bloei in de Mid
deleeuwen, in de Dagen van Groei en Bevestiging, welke het midden der 17e eeuw
innamen, en in de dagen van den Bezadigden Rijkdom, die werden afgesloten door
de Fransche Revolutie. Een samenvatting der historische schoonheid laat den zoeker
naar ouden luister zien, wat nog over is. Het boek eindigt met een herinnering aan
beide keeren, dat 's Gravenhage eenzelfden troosteloozen aanblik opleverde als thans.
Maar ook toen heeft zij zich gelijk de Phoenix uit de puinhoopen omhooggewerkt,
tot zij weer werd tot het „eeuwigh jonge Haech
DE HEEMSCHUTSERIE, DEEL 28
Jhr Dr D. P. M. Graswinckel: NEDERLANDSCHE HOFJES
Ons volk is steeds bekend geweest om zijn zuinigheid en berekenendheid; maar de
slechte naam in dit opzicht werd weer teniet gedaan door de evengroote liefdadigheid,
die zich onmiddellijk manifesteerde, wanneer een zware ramp ons land getroffen had'.
En zoo is ook de zorg voor minder bedeelde ouden van dagen een treffend voorbeeld
geweest van mildheid en burgerzin.
Reeds langen tijd geleden stonden rijke burgers hun geheele vermogen of een groot
gedeelte ervan af, om den ~ouden van 'dagen een rustig levenseinde te doen vinden.
Zoo ontstonden de typisch Nederlandsche hofjes, stichtingen waarin minvermogende
echtparen, mannen of vrouwen zonder zorgen voor geldelijke moeilijkheden konden
leven. Vaak waren deze instellingen in waarde verhoogd door tegemoetkomingen
van anderen aard.
Over het leven in de hofjes gaf Hildebrand enkele korte, doch rake beschrijvingen;
over de geschiedenis, de schoonheid, den rijkdom aan schilderijen en meubilair in
de regentenkamers vertelt Jhr Dr Graswinckel in dit boek. Nederland bezit nog
meer dan 200 hofjes, waarvan de meeste in alle opzichten de moeite van het bezich
tigen waard zijn. In het Westen des lands vindt men de meeste, maar ook in ste
den als Utrecht, Arnhem, Maastricht, Elburg, Leeuwarden en vooral Groningen zijn
merkwaardige voorbeelden van deze oude stichtingen te zien.