98
VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSIE
„DE WEG IN HET LANDSCHAP" (W. I.L.)
van september 1942 tot 'augustus 1943
Evenals in het vorige verslagjaar heeft de vrijwel algeheele stilstand in den aanleg
van nieuwe en in de verbetering van de bestaande wegen, ook dit jaar onze Commissie
weinig aanleiding en gelegenheid gegeven tot bemoeienis met afzonderlijke wegen; zij
heeft zich daardoor hoofdzakelijk moeten bepalen tot verschillende punten van meer
algemeen belang, welke echter evenzeer de aandacht verdienen.
Wat de afzonderlijke wegen betreft, zoo konden wij een gemeente in de provincie
Utrecht van advies diénen betreffende een aldaar in werkverruiming nieuw aan te
leggen weggedeelte.
Voorts werd ons advies ingeroepen betreffende een in een Zuid-Hollandsche ge
meente gelegen polderkade, welke door haar beplanting aldaar een fraai landschaps
element vormt. Over deze kade is door den Prov. Waterstaat van Zuid-Holland
een rijwielpad geprojecteerd, waartegen de bij deze kade betrokken polderbesturen bij
ons hun bezwaren kenbaar gemaakt hebben op grond van gevreesde aantasting van
het natuurschoon. Na bezoek ter plaatse en na raadpleging van den Prov. Water
staat, is ons gebleken, dat door aanleg van het rijwielpad slechts een klein gedeelte
der beplanting zal behoeven te verdwijnen; dat deze beplanting onder voorlichting van
den landschappelijken adviseur van den Prov. Waterstaat nog verfraaid zal kunnen
worden, en dat verder, wanneer deze kade eigendom zal worden van de Provincie,
een blijvend behoud van de beplanting verzekerd gedacht zal kunnen worden, wat bij
het bestaande particuliere bezit allerminst het geval is. Daar komt nog bij, dat dit rij
wielpad een schakel zal vormen in het door den Prov. Waterstaat aan te leggen net
van recreatie-rijwielpaden in het poldergedeelte van de provincie, hetgeen, waar dit
ons schoone Zuid-Hollandsche polderland beter toegankelijk en meer bekend bij
breede kringen der bevolking zal maken, ongetwijfeld toejuiching verdient. Het is om
deze ook principieele redenen, dat wij gemeend hebben den polderbesturen te moeten
antwoorden, dat verzet onzerzijds tegen den aanleg van bedoeld rijwielpad niet ge
rechtvaardigd geacht kan worden.
Dit alles neemt natuurlijk niet weg, dat in het algeméén het zooveel mogelijk onge
repte behoud van bestaande, in den loop van vele jaren gegroeide, vaak zeer fraaie
en intieme voetpaden, waartoe ook verschillende polderkaden behooren, aanbeveling
verdient; voor het gelukkig in den laatsten tijd sterk toenemend wandel- en trekkers-
toerisme kunnen deze van groote waarde zijn.
Evenzoo dienen, vooral in landelijke streken met veel toeristenverkeer, denken wij
b.v. aan den Gelderschen Achterhoek, dé bestaande voetpaden ook langs de ver
keerswegen voor het wandeltoerisme zooveel mogelijk behouden te blijven en dient
met de wenschelijke aanwezigheid daarvan zoowel bij verbreedingen van bestaande als
bij den aanleg van nieuwe verkeerswegen, rekening te worden gehouden. Het behoort
mede tot de taak van onze Commissie om voor dat belang waar noodig op te komen.
Een gemeente in Zeeuwsch Vlaanderen heeft ons advies ingeroepen over een door
den Zéeuwschen Prov. Waterstaat voorgenomen verbetering en over de toekomstige
beplanting van een door deze gemeente loopend gedeelte van een provincialen weg.