72
HET ERF DER VADEREN
Het erf der vaderen. Het boerenhuis. De tuin er omheen. De oude gevel aan de
stadsgracht. De molen met zijn entourage. Alles wat in letterlijken zin het erf der
vaderen heeten maghet ligt weerloos overgeleverd aan het geweld der elementen.
De storm, de herfststorm, de lentestorm jaagt 'erover, rukt hier en daar een steen
los, een dakpan weg, sleept een heel stuk dak mee, velt een kostbaren ouden boom,
doet molenwieken neerstorten. De bliksem slaat in en vernietigt in één oogenblik
wat eeuwenlang bewaard bleef en met zorg werd beschermd. Vlammen breken uit
en vernielen in enkele uren een met toewijding en vakmanschap pas weer kostelijk
gerestaureerden molen, als in de eerste Januaridagen weer één, hier vlak bij ons,
in het polderland van Kortenhoef. Oorlogsgeweld ging en gaat verwoestend zijn
sinistere gangen
Het erf der vaderen. Het heem der eeuwen van ons volk. Ook moedwillig, zonder
noodzaak wordt het aangetast, geschonden, bedorven, verminkt telkens weer. Tegen
het geweld der elementen, der losgebroken kosmische krachten kunnen wij niet op,
noch tegen menschelijke oerkrachten, in .oorlogsdagen ontbonden. Wij kunnen
alleen maar moeizaam vaak, maar met groote bekwaamheid menig keer, trachten
te herstellen wat geheel of gedeeltelijk te gronde ging. Herstellen dat dak, dien
gevel, die wieken, dien molen in het polderland. En een boom, een rij van boomen
weer planten, waar oude reuzen bezweken, een jonge boom, een rij van eerst nog
wel armzalige staken, maar die eenmaal toch weer uit zullen groeien tot een
schoonen tooi van stad en land, een sieraad van der vaderen erf.
Maar die moedwillige, vaak onnoodige, dikwijls niet slechts onaesthetische, maar
ook on-economische kapping, slooping, verbouwing, demping, daartegen kunnen
wij ons verzetten, fel als het moet, met kracht van argumenten, met gloed van
overtuiging, weerbare vechters in den geestelijken strijd voor het zoo ongerept
mogelijk behouden van wat het voorgeslacht ons overleverde, vol historische
beteekenis, vol gave schoonheid, vol sobere bekoring, vol rijken luister. Het is
een nobele strijd, een edel streven, dat steeds weer enthousiasme vraagt en wekt,
dat ook onder de jongeren in ons vaderland, die straks weer de rijen der ouderen
aanvullen moeten, sympathie en meer dan dat: geestdrift moge wekken.
Er is veel tegenweer, maar er was ook veel succes bij dezen taaien strijd van nu
al heel wat jaren, succes dat voort moge duren in het belang van het vaderlijk erf.
De bevolking van ons land zal nog toenemen. Aan wei- en bouwland, aan
industrieterrein, aan ruimte voor woningbouw zal toenemende behoefte blijven.
De Zuiderzeepolders zullen nog heel wat hectaren goeden grond toevoegen aan
onzen bodem, maar ook naar andere polders zal worden uitgezien. De oorlogs
fakkel is nog niet gebluscht. De publieke opinie is nog niet zóó voor de idealen
van Heemschut gewonnen, dat er op gerekend mag worden dat alle instantiesten
allen tijde het belang der schoonheid van stad en land als een invloedrijke factor
zeer zwaar zullen laten wegen. Waakzaamheid, trouwe waakzaamheid blijft geboden,
opdat het erf der vaderen in zijn volle, ja in weer herstelde schoonheid behouden
moge blijven.
Hilversum.
Ds A. L. Broer.