6
HEEMSCHUT
vloeren aan. In de velden zijn vensters, die ten
deele van baksteen, ten deele van natuursteen
zijn. De gevelbeëindiging is met trappen, met
kaplagen afgedekt, voor het einde van een
pinakel voorzien, die beurtelings rond of meer
samengesteld geprofileerd is. In 't oog vallend
is de vorm van de beëindiging, een ojiefsche
vorm, die zich in de latere ontwikkeling der
Geldersche kunst handhaaft in velerlei variatie.
Het huis heeft iets rijzigs, wat bevorderd wordt
door de drie kruisvensters op den zolder en nog
een daarboven, waar men binnen alleen met
een ladder bij kan. De achtergevel is veel een
voudiger, een gewone recht beëindigde gevel
met kleine tafeltjes onderaan, een tuitgevel met
gemetselde vlechtingen en met bovenop een
formidabele schoorsteen. Kleine baksteenen
zoldervenstertjes verlevendigen het gevelvlak
(afb. 3). In dezen top is nog iets merkwaardigs.
Daar zijn, regelmatig verdeeld, baksteenen op
den platten kant ingemetseld met een ingeboord
gaatje. Daarachter is ruimte. Het zijn vogelhuisjes,
nestkastjes. In den zijgevel zijn deze ook geweest.
Op den zolder van het belendende huis kan men er eenige van dichtbij bekijken.
Een ander goed voorbeeld te Zutphen is de gevel aan de Beukerstraat bij de
Sprongstraat, waar de geheele top een ojiefvorm heeft, doorsneden met overhoeksche
en ronde pinakels. Het gevelvlak steekt zooveel buiten het dak, dat twee ronde
gaten een doorkijk geven. Deze gevel is van 1557.
Het dak van deze oudste huizen was gedekt met roode dakpannen, holle pannen
naast elkaar gelegd met dergelijke op de aansluiting andersom erop,-de oude
Romeinsche werkwijze. Deze soort dakbedekking is heel schaars geworden. Een
dakje ervan kan men zien achter het huis Dat Bolwerck op het wachthuisje van
den vestingmuur. Wanneer de Renaissance en later de klassieke kunst en de Barok
stijlen komen, gaat de volkskunst gewoon zijn gang. Moest de burgerbaas een
huis bouwen, dan paste hij zijn aloude vormen toe. Kreeg hij van een architect
een ontwerp voor een voorgevel in den stijl des tijds, dan paste hij zijn oud
beproefde vormen aan den achtergevel toe. Volkskunst was steeds minder deftig
dan import. Zoo ziet men huizen met fraaie stijlgevels en met Geldersche achter
gevels en ook voorbeelden van Geldersche voorgevels met tuitgevels aan de
achterzijde. De omtrekken van deze geveltypen ziet men reeds van verre in de
oude steden van de Graafschap, soms gaaf, soms gepleisterd. De zeventiende
eeuwsche Geldersche gevels hebben geen vast model. Wel zijn eenige algemeene
Afb. 4. Vergelderschte Hollandsche
top aan de Koepoortstraat te Doesburg.