T*> In elk Nederlandsch gewest treft men
HEEMSCHUT
3
OUD-GELDERSCHE BOUWKUNST
in de oude bouwkunst steeds twee
soorten architectuur naast elkaar aan»
die het eenvoudigst kunnen onder
scheiden worden als volkskunst en
import. Deze twee beïnvloeden
elkaar en vullen elkaar aan. Zoo
komt het, dat een woonhuisgevel in
een der Lodewijkstijlen in Nederland
heel anders is dan aan de bron, in
Parijs of Versailles, maar ook dat
een Amsterdamsche Barokgevel
weinig lijkt op een in Middelburg
of in Zutphen.
Over de import-bouwstijlen is veel
geschreven. Maar aan de volkskunst
der gewesten is nog weinig aandacht
gewijd. De volkskunst richt zich niet
juist naar de tegenwoordige grenzen
der provinciën. Zij is ouder dan deze
grenzen en ook ouder dan de lands
grenzen. Zoo is het gekomen, dat
wat men pleegt Oud-Geldersche
kunst te noemen, over een grooter
gebied dan de provincie Gelderland
is verspreid.
In dit korte overzicht bepalen wij
ons tot het woonhuis. De kern voor
de Oud-Geldersche bouwkunst is
Zutphen, met Deventer en Doesburg. Maar er zijn uitloopers tot op grooten afstand.
Van het vroeg-Gothische woonhuis in Gelderschen trant zijn niet veel voorbeelden
overgebleven. Deze huizen hadden veelal den dakschoot aan den weg en de gevel
toppen opzijde. Ook zijn er voorbeelden andersom, waar de top aan den weg staat.
Bij de rechthoekige gevels met den dakschoot aan den weg bestaat de gevel-
verdeeling uit hoog opgaande voorspringende strooken, lisenen genaamd, bovenaan
met korfbogen verbonden. Deze lisenen en korfbogen zijn over de geheele lengte
van aangehakte profielen voorzien. In de tusschengelegen velden zijn de buiten
deur en de vensters geplaatst. Ook wel had het huis in den voorgevel in 't geheel
geen deur, was deze opzijde in een gang naast het huis. Dit verklaart de smalle
stegen, poorten, naast oude huizen. Bij vernieuwing van huis of voorgevel kwam
Af b. 1. Voorbeeld van een vroeg-Gothischen topgevel
De beëindiging van den top, die een sierlijke om
treklijn gehad moet hebben, is reeds verdwenen
Deze gevel te Deventer aan de Groote Overstraat 89-91
werd in 1939 afgebroken ondanks dat deze op de
Gemeentelijke monumentenlijst was vermeld.