HEEMSCHUT
71
geen wijzigingen worden aangebracht en dat het monumentje zoodanig zal worden
onderhouden, dat verder verval uitgesloten is. De kapel die men aanvankelijk
gaarne tot bidkapel had willen bestemmen, werd bij nadere overweging gesloten
gehouden. Zij is van zeer bescheiden afmetingen en omvat een éénbeukig rechthoekig
Xlde eeuwsch schip, inwendig lang 12 Meter en breed even 5.60 Meter, alsmede
een koor waarvan de maten 5.24 lengte bij 3.68 Meter breedte bedragen. De
vloer bestaat uit harde mergelblokken. De muren 75 a 80 c.M. dik, zijn opgetrokken
van gekloofde, waarschijnlijk uit de verlaten mergelgroeve van Moresnet afkomstige,
harde zandsteenen blokken; hoekblokken werden niet gelegd. Zij vertoonen eenige
op één na vernieuwde rondboogvenstertjes. Aan de zuidzijde van het schip bevindt
zich een met hardsteen omblokt XVIIde eeuwsch rondboogdeurtje. De houten
overdekking, waarvan de kapgebinten vroeger zichtbaar waren, is thans door een
rondbogig gestucadoord plafond aan het oog onttrokken. Het bij de laatste restau
ratie vernieuwde zadeldak, tevoren met pannen, is thans evenals het klokketorentje
met leien gedekt. Een eigenaardigheid van het torentje is de vrijwel eenig in zijn
soort zijnde bekleeding der wanden met eiken schaliën. Bij het afbreken van het
dak werd op een der kapspanten de letters H G, het cijfer 3 en het jaartal 1683
ontdekt, hetgeen er op wijst, dat in dat jaar een algeheele vernieuwing van kap
en dak plaats vond.
De kapel bevat een XVIIIde eeuwsch, nogal beschadigd altaartje met kruisbeeld,
een eikenhouten balustrade met toegangstrapje, gesteund door een paar vrijstaande
en eenige muurzuilen, een eikenhouten communiebank die de afscheiding tusschen
koor en schip vormt, een ontruimde grafkelder, een grafsteen met kelk en familie
wapen, een houten madonnabeeld en eenige gerestaureerde schilderstukjes.
Fragmenten van muurschilderingen die bij het verwijderen van de oude pleister
lagen aan den dag kwamen, konden niet gered worden.
Een midden XlVde eeuwsch klokje op een console tegen den noordelijken zijmuur
sluit de rij oudheden die in het monumentje zijn ten toon gesteld.
Het klokje draagt tot opschrift:
DYESE - SCHELLE - HAIT - DVYN -
MACHEN - IVNCFROVVE - GERTRVV -
VAN - GRYNENDAIL - OREX - GLORIE -
- VENI CVM PACE - AMEN - VII
Het aanvankelijk lager gebouwde, eveneens Xlde eeuwsch, koor werd waarschijnlijk
rond 1648 verhoogd en van een tweetal kruisribgewelven voorzien. Deze ver
hooging alsmede herstellingen die in het muurwerk werden aangebracht, zijn in
kalksteen uitgevoerd.
Zoo is de instandhouding van dit alleszins bezienswaardige bouwwerkje voor goed
verzekerd, waarvoor wij den bouwmeester Dr. CUYPERS en Jhr. DE STUERS
erkentelijk moeten zijn. Wanneer zij niet krachtdadig hadden ingegrepen, zou het
monumentje, dat werkelijk op invallen stond, voor ons verloren gegaan zijn.
Maastricht. W. F. H. DE HAAN.