54
HEEMSCHUT
de kerk als zoodanig be
houden, dan zou restaura-
tie niet achterwege kunnen
blijven. De eigenares, de
kerkelijke gemeente, kon
daar niet aan denken, om
dat de gelden waarover zij
beschikt in de eerste plaats
noodig zijn voor den eere-
dienst. Aan een voor dien
dienst onbruikbaar gewor
den gebouw groote som
men gelds beschikbaar te
stellen kon niet op haar
weg liggen. Vooral niet
omdat zij nog eenige
andere monumentale kerk
gebouwen te onderhouden
heeft, die haar veel geld
kosten. De kosten van een
restauratie zouden derhal
ve geheel voor rekening
van de Overheid, in de
eerste plaats van het Rijk,
moeten komen.
Toen tegen 1 April j.1.
een beslissing onvermijde
lijk was, omdat de Ver-
eenigde Gast- en Gods
huizen vóór dien datum
wenschten beslist te zien
of het plan van Ir. VAN
der Steur wel >-."nit».t
zou kunnen witden uitge
voerd, he_ft SerjAicarrs-
Generaal, Pjof. VAN Dam,
ten slotte in het verdwijnen
van de kerk berust, onder beding, dat het plan wordt uitgevoerd. Bij deze
beslissing heeft de overweging gegolden, dat, wanneer dit plan thans niet werd
aanvaard, dit voor goed van de baan zou zijn (immers de Vereenigde Gast- en
Godshuizen zouden dan elders gaan bouwen) zonder dat men daarvoor iets anders
in de plaats zou hebben gekregen, dan de toestand, zooals die thans is. Het kan
toch niet verantwoord worden geacht om uit de voor monumentenzorg beschikbare
Rijksmiddelen voor dit oude gebouw zonder bestemming een belangrijk bedrag
beschikbaar te stellen, zoolang nog vele andere monumenten van grooter beteekenis
Foto Reynhoudt
De Geertekerk te Utrecht