"W HEEMSCHUT
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
ONTSIERING VAN HET LANDSCHAP DOOR
HOENDERPARKEN
Wanneer men aan de verzorging van het landschap in Nederland meer aandacht
wijdt, zooals zulks de laatste jaren in toenemende mate is geschied, verdienen in
dit verband ook de landelijke gebouwtjes, die overal worden opgericht, de aan
dacht van den landschapsbeschermer. Reeds zou kort voor den oorlog door de Shell-
maatschappij een prijsvraag uitgeschreven worden voor ontwerpen voor in' bepaalde
landschappen passende benzine-stations benevens ter verbetering van de aanwezige,
en in tijdschriften verschenen studies daarover1); voorts werd in Gelderland een
studie gemaakt van de meest verkieslijke vorrrien en kleuren voor de kleine, over
het,]and verspreide dienstgebouwtjes van waterleidingen en electrische netten; in
het jaarverslag over 1938 van het „Geldersch Genootschap tot Bevordering en
instandhouding van de Schoonheid van Stad en Land" vindt men op pag. 13
een opstel over het vraagstuk van laatstgenoemde gebouwtjes. De boerderijen en
de landarbeiderswoningen hebben, zooals vanzelf spreekt, reeds veel aandacht
getrokken, doch schrijver dezes is nog geen studie tegengekomen over de beste
bouiivwijze en de beste plaatsing in het landschap, welke men aan de groote en
talrijke kippenhokken van de vele hoenderparkbedrijven geven moet. Voor die
streken, waar de hoenderteelt druk beoefend wordt, is zoo'n studie m.i. hoog
noodig. Wanneer kippenfokkerijen veelvuldig en opvallend een leelijk stempel
drukken op' het "landschap, of als zij zoo talrijk worden als b.v. bij Voorthuizen,
Barneveld, Lunteren en ten Westen van Ede om ons bij de voorbeelden op
de Veluwe te bepalen zijn voorschriften -tegen ontsiering van-het landschap
hoog noodig. Op andere punten is in de laatste jaren met deze pluimveeteelt
begonnen en het valt op, hoe slechts enkele van deze'bedrijven reeds zeer storend
op het landschapsbeeld -kunnen werken. Dit laatste ziet men b.v. op een punt ten
Noorden van de spoorlijn ApeldoornAmersfoort, ten Westen van de oude halte
Assel. Ook vindt men een voorbeeld aan den weg ApeldoornBeekbergenArnhem,
op het punt waar deze een ruim uitzicht op het dorp Beekbergen biedt. Men heeft
hier over een mooien esch een fraaien kijk op dit dorp, doch dit bouwland wordt
gaandeweg ingenomen door leelijke kippenhokken. Zoodra het aantal van déze
hokken (ten W. en ten Z. van den toren van het dorp) het dubbele of driedubbele
is van dat van thans, wat bij de eerste de beste hausse in dit bedrijf het geval kan
worden, zal de schoonheid van dezen esch, met het panorama van het achtergelegen
dorp, verdwenen zijn. De hoenderparken ten N.W. van Roekei (den Hul) maken
het landschap aldaar bepaald „rommelig". Aan den weg Roekel-Otterloo beginnen
Zie o.a. Heemschut, April 1939, pag. 43