i HEEMSCHUT
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
KOEBOCHTEN
Vele lezers van dit
blad, waarvan de
redactie mij welwil
lend een plaatsje af
stond, teneinde een
zoo veelste schending
van het landschap
naar voren te kunnen
brengen, zullen, toe
rend door ons land,
hunne aandacht ge
schonken hebbenaan
de kleine landelijke
bouwsels, welke met
de beplantingen
langswegenen erven,
voor een deel het
landschapsbeeld be
palen. Het zijn de
landhekken, dekleine
bruggen, de erfafscheidingen der boerenplaatsen, de koebochten en andere kleine
objecten van ondergeschikt belang, welke vooral in de onmiddellijke nabijheid der
wegen gelegen, naar voren komen als onderbrekingen, als eenvoudige accenten of ver
sieringen, welke voor zichzelf de aandacht vragen en deze aandacht ook waard moeten
zijn. Een van deze kleine accenten vormt de simpele koebocht, de omheinde plaats
voor het melken der koeien. Indien men zich een voorstelling van een koebocht
wil maken, zal niet alleen het schilderachtige plekje aan de sloot met wat knot
wilgen en struiken, omgeven door een onopvallend hek van eenige aan elkaar
gespijkerde planken naar voren komen, doch ook de meer moderne koebocht met
geplaveiden vloer en strakke, gave afscheiding. Beide zullen in het omliggende land
hun eigen waarde bezitten en zich kunnen aanpassen aan de omgeving, zooals de
oudere hofstede evenveel aandacht vraagt als de moderne boerenplaats in
het nieuwe land. Oud, of nieuw, de groote lijn zal moeten zijn van harmonie,
sprekende van toewijding voor het betreffende object. Waar deze bewuste, of
Een goed voorbeeld van een koebocht.