48
HEEMSCHUT
bescherming beschreven, en de particuliere landgoederen, die voor de leden der
Vereeniging toegankelijk zijn, vermeld worden. Van de drie in het verslag opgenomen
voordrachten, die naar gewoonte in de jaarvergaderingen gehouden werden, is vooral
die van den Heer CLEYNDERT over de bescherming en den opbouw van het
"Nederlandsche landschap het overlezen meer dan waard. Uit het „Mengelwerk"
vermelden wij artikeltjes over de Contact-Commissie en de Internationale Natuur
bescherming, terwijl uit een artikel over het natuurmonument Wolfheze en een
over het botanisch onderzoek van het Naardermeer weer eens het belang van
verschillende der geredde terreinen voor de wetenschap blijkt. Wij willen dit
referaat beëindigen met het citeeren van een woord, waarmee dit, wederom zeer
fraai geïllustreerde, boekje aanvangt, een woord dat reeds in 1854 door een
Duitsch geleerde uitgesproken werd: „Eeuwen lang was het een zaak van den
vooruitgang, het recht van den akker te verdedigen; thans is het daarentegen
óók een zaak van den vooruitgang, het recht van „de wildernis" te verdedigen,
naast het recht van den akker". B. DE H.
NIEUWE LEDEN
Als buitengewoon lid traden toe:
M. RAVEN te Blaricum en
H. W. VAN BOVEN, architect te 's Gravenhage.
Foto A Kortlandt Herfst 1939
De Loonsche- en Drunensche Duinen