44
HEEMSCHUT
op wees, dat het hier een kwestie gold, analoog aan die, welke zich bij de restau
ratie van oude bouwwerken heeft voorgedaan, waarvoor tot voor eenige jaren
weinig vakkundigen meer waren te vinden. Wil men in het molenvak een poging
doen om de bestaande leemte aan te vullen, dan zal naast het kweeken van
molenmakers uit hen, die een verwant ambacht uitoefenen (timmerman) zoowel
practische als theoretische scholing wenschelijk zijn, welke laatste alsdan niet alleen
in de ambachtsschool gezocht zou kunnen worden, doch ook door het instellen
van speciale (avond-) cursussen ware na te streven. Prof. Ir. J. MUYSKEN wees
in dit verband op het Rijksnijverheidslaboratorium te Delft, wiens assistenten in
alle deelen des lands regelmatig contact hebben met het ambacht in zijn verschillende
vormen, teneinde de vakkennis te perfectionneeren.
Als gevolg van deze adviezen werd contact gezocht met den Directeur dezer
instelling, Ir. H. F. G. J. GREVERS te Delft, met wien mondeling en schriftelijk
van gedachten werd gewisseld. Deze bleek de wenschelijkheid, om via zijn dienst
het beoogde doel te bereiken, te beamen, doch moest, na het uitbreken van den
oorlog, in September 1940, tot zijn spijt mededeelen, dat hem van de zijde van
het betrokken departement was bericht, dat voorshands niet tot aanstelling van
personeel in ambtelijken dienst kan worden overgegaan. Hiermede was de zaak
op een dood punt gekomen en het zou toe te juichen zijn, wanneer de bijzondere
omstandigheden van het heden haar weer in beweging zouden brengen, niet alleen
als gevolg van het bestaan van een tijdelijken noodtoestand, maar tevens ter
voorziening in een toenemende behoefte, die, los daarvan, als gevolg van de
meerdere aandacht welke allengs aan de benutting van windkracht wordt geschonken,
zich ontwikkelt. Mocht thans tot het nemen van zoodanigen maatregel worden
overgegaan, dan is in de eerste plaats overleg met Ir. GREVERS te plegen, waarbij
echter reeds thans gewezen wordt op enkele punten welke, op grond van de
verkregen ervaring, de aandacht verdienen.
Wat de constructie van molens in het algemeen betreft, kan over een uitgebreide
en in vele gevallen over zeer fraai uitgevoerde documentatie worden beschikt. In
verscheidene molenboeken worden uitgebreide gegevens aangetroffen, welke een
duidelijk beeld geven van den stand der techniek van den molenbouw, zooals die
zich in den loop der eeuwen in ons land heeft ontwikkeld, waardoor resultaten
zijn bereikt, welke ook thans nog grootendeels hun' volle waarde zijn blijven
behouden. Daarnaast kan gewezen worden op rapporten en studies, welke zich
met verschillende onderdeelen van het vak hebben bemoeid (wiekvorm, water-
opvoerwerktuig). Maar er zijn ook nog molenmakers aan te wijzen, die zoodanig
in het vak doorkneed zijn, dat zij in staat geacht mogen worden hun practische
scholing op anderen over te dragen.
Er zijn evenwel ook leemten aan te wijzen. Vooreerst is daar het vraagstuk van
de verbeteringen, welke mogelijk zijn als gevolg van den vooruitgang onzer
kennis van de aero-dynamica, op welk gebied reeds belangrijke resultaten bereikt
zijn, doch dat zeker nog niet tot een min of meer vastliggend eindpunt is gekomen.
Het spreekt vanzelf, dat hier andere hulp moet worden geboden dan die, welke