HEEMSCHUT
27
elke eigenaar zijn bedrijf kan voortzetten. Over het eigenlijke natuurschoon in het
gebied zelf wordt niet gesproken; of dit voldoende verzekerd is, is ons niet bekend.
Principieel is echter een belangrijke overwinning behaald, de overwinning van een
groote gedachte, namelijk de gedachte eener evenwichtige ordening van de ver
schillende belangen. Helaas heeft dit object slechts betrekking pp een onderdeel
van het gebied, dezelfde maatstaf had moeten gelden voor het geheele land van
Vollenhoven. Nóg is het niet te laat om het onheil langs de Wetering en Dwars-
gracht af te wenden. Misschien is de Streekplandienst te Zwolle nu al wel zoo ver,
dat voor de nog niet volkomen met de spade bewerkte gedeelten ^een verzorging
in hoogeren geest mogelijk is, opdat voor de gemeenschap al het merkwaardige
en schoone van deze wereld vrijwel ongerept kan blijven.
Welnu, Giethoorn heeft ons geleerd hoe noodzakelijk het is om voortgang te
maken met de stedebouwkundige ordening. Waar streekplandiensten zijn weten wij,
dat het natuurschoon als factor van ordening meetelt, in den ruimsten zin blijkt
dat ook uit de beschouwingen van Ir. W. B. 'K'EOOS in „Het nationale plan".
Wij hebben in de ontwikkeling van onze gemeenschap de phase van ordening
bereikt, zooals trouwens ook duidelijk naar~ voren is gekomen in de voorstellen
der Staatscommissie inzake de Herziening der Woningwet. In dit verband zij de
aandacht gevestigd op het constructieve artikel van 'Ir. Fe. BAKKER SCHUT in het
Augustusnummer 1940 van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw.
De Groote Gedachte wint veld. Maar hoe mooi dit oök is, de practijk is belangrijker.
En de werkelijkheid zegt ons, dat het nü reeds tot~daden moet komen. De natuur
bescherming kan niet wachten op een geleidelijke totstandkoming van het nationale
plan, de besteding der natuurruimten moet eerder haar beslag krijgen. Noodig is:
een Rijksdienst voor het Nationale Plan, die tevens tot taak krijgt in alle streken,
waar groote landschappelijke veranderingen plaats vinden, de groote volksbelangen
naar hun beteekenis te coördineeren en er de ruimten voor aan te wijzen. Daarmede
wordt het algemeen belang, dat is een gezönhPevhnwicht van de verschillende
volksbelangen, het beste gediend. De thans dringend noodzakelijke Natuur
beschermingswet kan daarbij de organisatie scheppen, welke bij den algemeenen
ordeningsarbeid de noodige medewerking verleent. Dat is ook Opbouwdienst,
opbouw van ons cultuurleven. F. KOSTER.
„HET GELDERSCH LANDSCHAP"
De Stichting Het Geldersch Landschap heeft van de erven van Graaf VAN LIMBURG
STIRUM VAN DE LlCHTENBEEK gekocht het landgoed De Lichtenbeek groot ruim
100 H.A., gelegen tusschen den Amsterdamschen weg en de spoorbaan naar Utrecht,
voor een bedrag van ƒ130.000. Door dezen koop" is het natuurreservaat in het
Noorden van Arnhem, omvattende de landgoederen Warnsborn, Mariëndaal, De
Vijverberg, uitgebreid tot een oppervlakte van ruim 650 H.A. Voor den koop is
een leening gesloten. De Gemeente Arnhem is garant voor de rente en aflossing
dezer leening.