26
HEEMSCHUT
werkloosheidsbestrijding zijn stellig primaire belangen, maar dat beteekent volstrekt
niet, dat men nu maar andere belangen moet veronachtzamen! Achter de wolken
schijnt de zon eener nieuwe cultureele bewustwording, en bij deze geestelijke
wederverhefflng zal de vaderlandsche natuur en al het andere, wat ons dierbaar
is van eigen heem, een groote rol spelen. Al te gemakkelijk wordt geredeneerd:
„de genoemde belangen zijn primair en dus heeft men met de andere geen rekening
meer te houden. Wat het zwaarst is enz., dat wil zeggenbekommer je niet
om de andere dingen." Dit standpunt is volkomen foutief, omdat er ook nog een
systeem van denken en handelen bestaat, dat geen vernietiging wil van belangrijke
levenswaarden doch 'ordening.
Thans beschikken wij over een mooi voorbeeld. Velen kennen het dramatisch
gebeuren in het Land van Vollenhoven. Omdat wij eigenlijk nog niets aan een
nationaal bestemmingsplan hebben gedaan, kon de werkverschaffing zich daar van
eenige duizenden hectaren riet- en moerasland meester maken. De andere belangen
(rietcultuur, watersport, natuurbescherming, jacht, visscherij) waren van geen of
onbeduidend belang. Zelfs de belangen der ingelanden, kleine Giethoornsche boeren,
kwamen in het gedrang. Men maakte daar groote polders voor den landbouw,
de vroegere eigenaars der gronden kwamen er niet bij te pas, hun ontbrak geld
en aanpassingsvermogentientallen werden werkloosLangzamerhand kwamen
andere belangen een aandeel opeischen, de rietdekkers kwamen in actie, de natuur
vrienden niet minder, „Natuurmonumenten" kon er met hulp van eenige vrienden
de Groote Otter's Kooi in bezit verwerven. Van een doelbewuste ordening der
verschillende belangen is echter tot dusverre geen sprake geweest. De primaire
belangen gingen voor: wat het zwaarste is enz. Weg die mooie wildernissen,
die wetenschappelijk zoo belangrijke botanische levensgemeenschappen en vogel
broedplaatsen, weg met dit zoo mag het gerust genoemd worden! nationale
natuurmonument! Dat daarbij verpaupering in het zoo idyllische^Giethoorn plaats
vond had men niet voorzien, is dit een rechtvaardige bestemming te noemen?
Het Giethoornsche gemeentebestuur besloot een goed voorbeeld te geven. Het
droeg aan de Heidemaatschappij op een plan tot inpoldering en ruilverkaveling
te ontwerpen voor het schilderachtige landschap ten Oosten van Giethoorn. Reeds
een paar jaar «geleden werd er voor gepleit om met de belangen' der ingezetenen
rekening te houdeneen zekere verbetering 'van allerlei hooilanden kan natuurlijk
van groot belang zijn, daarin zit ook arbeid voor werkloozen, de boeren zelf
kunnen hun bedrijfjes handhaven, het milieu, waarin zij leven, kan zijn karakter
behouden. Persoonlijk kan '-inen ook een dergelijke landschappelijke verandering
betreuren, in sociaal opzicht is er veel voor te zeggen. Zoo lang de verdere plannen
tot uitvoering der Zuiderzeewerken (waaraan overigens flink wordt gewerkt) nog
niet tot verwezenlijking kunnen worden gebracht, andere groote inpolderingen
inbegrepen, moet er werk worden verschaft voor duizenden werkloozen, moet ook
de bodemproductie worden verhoogd.
Wat wij nu van het ontwerp der Heidemaatschappij hebben gelezen, leidt tot de
conclusie, dat hierin op verstandige wijze.rekening is gehouden met andere belangen,
o.tn. blijft Giethoorn zelf zijn schoonheid behouden, het nieuwe polderland en het
verbeterde veenland krijgen waterwegen, de verkaveling zal zoo geschieden, dat