6
HEEMSCHUT
Een tweede arbeidsveld was de nasporing van
historische gegevens. In schrift waren deze reeds
voorradig door onderzoekingen van geschied
kundig aangelegde inwoners van 30 tot 40 jaar
geleden, voornamelijk J. GlMBERG, H. M.
WERNER, H. J. H. Groneman, C. L. VAN
Balen en R. P. J. Tutein Nolthenius.
Voor de afbeeldingen waren van belang oude
stadsplattegronden en teekeningen in het stede
lijk museum in het Wijnhuis, die een inzicht
gaven hoe de toren en de stadsmuur ontstaan
waren en vervormd in den loop der jaren.
Voor het huis werd slechts één oude afbeelding
gevonden, doch een goede, een achttiende-
eeuwsche teekening ten stadhuize.
Toen bij elkaar voldoende gegevens verkregen
waren, werd een volledig restauratieplan gemaakt
met een bestek erbij, welke stukken aan Monu
mentenzorg ter goedkeuring werden aangeboden.
Na de verkregen toestemming werd tot open
bare aanbesteding overgegaan, waarbij als laagste
inschrijver naar voren kwam de aannemer JACOB
PRETT te Oostzaan, wien de uitvoering werd
opgedragen en die tot ieders tevredenheid de
restauratiewerkzaamheden tot stand bracht. Het
spreekt vanzelf dat tijdens de werkzaamheden
hier en daar iets voor den dag kwam dat
wijziging bracht in het gemaakte min of
meer voorloopige ontwerp. Zoo werden de
vensters in den voorgevel breeder dan eerst gedacht was en werd aan den zijgevel
minder gebroken dan voorzien was, doordat oude vensters duidelijk aan het licht
kwamen. Zij behoefden slechts opengemaakt te worden.
Een goed ding was dat de dikke laag klimop, die gansch het ondergedeelte van
den toren verborgen hield, juist het jaar tevoren van Gemeentewege verwijderd
was. Daarbij kwam onder meer de aansluiting van het dakje boven de trap in
den vestingmuur in het gezicht. Hoe taai klimof) is! Na 3 jaar leven de resten
klimop boven aan den toren, onder de spuwers nog op het vocht in de dikke
muren. Wel een bewijs dat aan de afdekking wel iets gebeuren mag. Want geen
betere slooper dan water en ijs. Het overtreft het ijzer dat, in metselwerk toe
gepast, overigens in sloopkracht onovertroffen is, dat letterlijk alles weet te ver
nielen, muien weet te kloven ook al zijn ze meters dik, of zoonoodig op te lichten
of er geen gewicht of zwaartekracht bestond. Het is zoo nuttig dit gade te slaan,
al was het alleen om te beseffen dat er in de bouwwerken altijd nog iets is dat
Het jaarsteentje uit den gevel met 1549
De achterkant van het jaarsteentje
met het merk van den bouwmeester