HEEMSCHUT 21 voor den boschbouw in ons land gereserveerd zou zijn alles wat er in verband met grondsoort en bevolkingsdichtheid voor in aanmerking kan en mag komen, dan zou nog dit voor ons volk zoo geweldig belangrijke apparaat nauwelijks meer dan 10 °/0 van het grondgebied beslaan. Het belangrijkste landschapsschoon in ons land is niet het boschgebied, de oude buitenplaats of het nieuwe boschplan, maar de merk waardige, karaktervolle schoonheid van een groot deel van onze cultuurlandschappen. Het Twéntsche land is grootendeels, De Betuwe geheel cultuurgrond, onze prachtige Beemster is zuiver productie-apparaat enz. Onaantrekkelijk zijn slechts die gebieden, waar de landbouwtechniek heerscht en niet de landelijke bevolking. De Haarlemmer meer, de Zuidplaspolder en de Prins Alexander polder werken beklemmend doordat zij geworden zijn tot fabrieken van landbouwproducten in plaats van gebieden waar de bevolking de landbouw uitoefent, de jonge veenkoloniën en veel van de jonge heide-ontginningen zijn een booze droom van landbouwtechniek. Door de slechte voorbeelden op te zoeken, ontdekken wij, wat de schoonheid van ons land schap uitmaakt. Het is niet de versiering met boom en struik alleen, want dan zou Gasselternijveen met behulp van de Sierteeltcentrale een eldorado kunnen worden. Het is niet de aantrekkelijkheid van kleine strooken of verspreide oasen, die ons landschapsschoon uitmaakt. Maar het feit dat onze landschappen een volkomen harmonie bezitten, dat bedrijfsvorm en boerderijtype, verkaveling en beplanting, bewoner, bewoning en grondgebruik bij elkander hooren en' gezamenlijk zijn opge groeid. In onze schoonste cultuurlandschappen is niets toevalligs, wanneer wij ze intellectualistisch bezien is elke boomgroep, elke molentocht, het verloop van de wegen en de plaatsing der boerderijen gemotiveerd, logisch en organisch. En wanneer wij ze niet zoo uitpluizen, voelen wij toch de groote eenheid van het land, de volkomen saamhoorigheid. Wij weten dan ook, wat er aan de onaantrekkelijke landschappen ontbreekt. Zij liggen als vreemde vlakvullingen tusschen oudere, organisch gegroeide gebieden. De samenhang van land en bewoning is niet van den aanvang af aanwezig. De vreemde insluipsels kunnen van velerlei aard zijn; willekeurig uitgestrooide kippenhokken kunnen de harmonie verstoren, in de omgeving van de steden kan het een lint bebouwing zijn (Wijk aan Duin). Een te gewichtige weg, die alles negeerend door het landschap snijdt, kan in verren omtrek het beeld schade doen. Moeten dan alle vernieuwingen achterwege blijven? Neen, want het platteland is woon- en en werkgebied van den plattelander. De landbouwtechniek ontwikkelt zich voort durend, de bedrijfsvoering past zich aan bij de conjunctuur. De voortschrijdende rationaliseering en mechaniseering van het landbouwbedrijf brengt mede, dat veel oude cultuurlandschappen met hun indeeling en verkaveling, die uit een „middel- eeuwsche" bedrijfsvoering zijn ontstaan, steeds sterker als een rem op de ontwikkeling Het landschap van de Veenkolonie

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1941 | | pagina 23