15 heeft, die hun aloud en eerzaam handwerk met liefde beoefenen. Zij hebben mede een aandeel in de restauratie. De vestingmuur was een geheel afzonderlijk vraagstuk. De buitenzijde, een vlakke muur met een spitsboogfries, was vrij gaaf behoudens daarin ge hakte gaten van vensters. Het gedeelte achter het koetshuis, dat tot op de hoogte van den boventuin was afgebroken, b^eef zoo liggen. Alleen werd er "een dunne borstwering op gemetseld. MeTn wandelt daar op het fundament van muur en beeren. Hoe diep dat fundament ligt is onbekend. In den° kelder van het tuinhuis, die intact bleef voor schuilkelder of andere doeleinden, zijn de pijlers te zien. Na graven in den vloer van. den kelder tot een stuk onder het grondwater, werd nog geen aanleg gevonden. Deze ligt dus minstens 4 Meter onder den boventuin en wellicht nog dieper. Aan de binnenzijde waren de pijlers en bogen ten deele aanwezig, althans zoodanige overblijfselen dat daarop aangesloten kon worden zonder dat er eenige vraag overbleef. Zoo ontstonden en werden aan- geheeld de rij pijlers met bogen. In het verdikte gedeelte tegen den toren, dat ten deele op Gemeenteterrein lag, kwam geleidelijk de trap voor den dag met het gewelf erover. De aanwezige oorspronkelijke onderdeden werden angstvallig op hun plaats gehouden. Daardoor ziet men aan de trap zoowel onder als boven eenige treden welke door den menschenvoet rond zijn gesleten, door de schutters van eeuwenher, in schanslooper gekleed. Zij spreken van historie. Aan het gewelf zijn bovenaan de oude aanwezige steenen met schuinen kant aanwezig. De deuropening beneden bleek onder den grond aanwezig met den drempel en de deursponningen. Alles werd in foto's vastgelegd. De borstwering op den muur was in gedeelten tot ongeveer een halven meter hoog aanwezig, twee steen dik. De daarop aangebrachte kanteelingen zijn gemaakt naar het eenig bekende oorspronkelijke voorbeeld, aan den Doornenburg, waar zij echter anderhalven steen dik zijn. Er zijn daar ook latere van een steen dik. De verdeeling in de lengte deed vanzelf ontstaan dat de kanteelingen passen op de spitsboogjes aan de buitenzijde. De afdekking van de trap groeide uit de aanwezige overblijfselen. De Z.-O.hoek van het huisje op den muur was aanwezig, door eronder gebroken gaten scheef gezakt; deze hoek is niet uit elkaar genomen doch in elkaar gehouden en recht gezet. De deuropening naar den muur was ten deele aanwezig, met deursponning HEEMSCHUT De bestuurskamer waarin het gevonden 18e eeuwsche behangdoek werd toegepast

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1941 | | pagina 17