8 HEEMSCHUT
de buitengracht, waardoor een
deel van het water van de
Berkel stroomde. In het buiten
water lag een versterking, een
eiland, dat Bolwerck heette. De
toren is later Drogenapstoren
genaamd naar den stadsmuzikant
THONIS DROGENAP uit Grol
(Groenlo) die woonde in het
oude wachthuis boven het ge
welf, dat nu verdwenen is. De
Saltpoort heeft niet lang dienst
gedaan. Zij werd gebouwd om
aan de zijde van de Zaad- of
Saltmarkt een uitgang te ver
krijgen, maar kort daarna werd
de vesting buiten de poort ge
wijzigd en verviel de uitgang.
Niettemin bleef de toren als
verdedigingswerk. De naam van
het buitenwater Binnengracht
wordt hierdoor duidelijk. Er
was aan die zijde een uitgebreid
vestingstelsel bijgekomen. Toen
de Drogenapstoren de naam
Het trappenhuis na de restauratie, twee bouwstijlen door elkaar ,cc,
komt reeds in 1651 voor
geen stadsuitgang meer was,
kon het pleintje ervoor aan de zijde van de Zaadmarkt bebouwd worden, aan
de westzijde met een huis Dat Bolwerck met vensters die op de Zaadmarkt
uitzagen en op het pleintje terzijde, dat later tot een steeg werd toen in 1639
aan de Oostzijde de Ruiter~Kortegaerd gesticht werd, het Corps de Garde
voor het ruitercorps dat in de stad in bezetting lag. Later heette dit huis de
Klokkestal, de stal van het logement de Klok ernaast. Nu nog is de begane grond
van dit huis een ledige ruimte, is in het huis ernaast een café en zijn de huizen
binnendoor verbonden. Van de beide huizen aan het pleintje zijn de bouwmeesters
bekend. De Ruiter~Kortegaerd werd gebouwd door den stadsmetselaar EDMOND
HELLENRAET. De bouwmeester van Dat Bolwerck bracht in alle bescheidenheid
zijn merk aan op den achterkant van het jaarsteentje in den gevel, zooals bij de
restauratie bleek.
Op de plek waar later het koetshuis kwam, nu geworden tot autoboxen en kinder
leeszaal, moet een oud bouwwerk gestaan hebben, waarvan alleen de kelder en
de gesloten Westelijke muur-'over zijn.
Op het open erf tusschen Het Bolwerck en dit gebouw was alleen een aanbouw