54
HEEMSCHUT
Aan den Hoogedelgestrengen Heer Dr. Ir. J. A. RlNGERS, Regeeringscommissaris
voor den Wederopbouw te 's Gravenhage werd onderstaande brief gezonden.
Amsterdam. 30 Mei 1940.
Hoogedelgestrenge Heer,
Zooals U ongetwijfeld bekend is, is de Bond Heemschut, opgericht in 1911, eene
Federatie van Vereenigingen en Stichtingen, die zich alle ten doel stellen te waken
voor de schoonheid van stad en land in ons Vaderland. Sinds zijn oprichting heeft
„Heemschut" dan ook steeds op de bres gestaan, waar het ging om de verdediging
tegen alles wat die schoonheid bedreigde. De Bond omvat thans een 50-tal van
dergelijke organisaties en telt bovendien een 300-tal persoonlijke leden, die allen
medestrijders zijn voor het bovengenoemde doel.
Hoewel overtuigd, dat het opbouwwerk bij U geheel in veilige handen is, is bij
het Bestuur van „Heemschut" ook al door wat dezer dagen in enkele pers
organen te lezen viel de twijfel gerezen, of bij den wederopbouw van de door
den oorlog geteisterde streken wel steeds genoeg gelet zal worden op de zoo
hoogst belangrijke aesthetische eischen van de herbebouwing, en of deze wel
steeds geschieden zal in vaderlandschen geest, bij het verwaarloozen van welke
factoren veel van de oude en karakteristieke schoonheid en het gewestelijk en
plaatselijk karakter van onze steden en dorpen zou dreigen verloren te gaan.
Het Bestuur rekent het daarom tot zijn plicht, overtuigd als het is in dezen op
Uw volledige sympathie te kunnen rekenen, U de diensten van den Bond Heemschut
en zijne leden aan te bieden, om waar dit noodig is voorlichting aan de betrokken
autoriteiten te geven, zoodat bij den wederopbouw zooveel mogelijk van de oude
schoonheid bewaard blijve. Moge in sommige plaatsen een dergelijke hulp onzerzijds
overbodig zijn, een ervaring van vele jaren heeft ons geleerd dat in andere plaatsen,
en vooral ten plattenlande, niet alle autoriteiten in staat zijn de noodige leiding in
dezen te geven.
Wanneer U Hoogedelgestrenge Heer zou geneigd zijn, van de diensten van den
Bond Heemschut gebruik te maken, zou ons Bestuur het zeer op prijs stellen,
spoedig een onderhoud over deze zaak en de uitvoering ervan met U te mogen
hebben. Gaarne wacht ons Bestuur een nader bericht daaromtrent van U af.
Namens het Bestuur van den Bond Heemschut,
w.g. J. A. BlERENS DE HAAN, Voorzitter.
w.g. A. A. KOK, Secretaris.
Hierop ontving het Bestuur het volgende antwoord:
's-Gravenhage, 8 Juni 1940.
Van Uw schrijven d.d. 30 Mei 1940 nam ik met belangstelling kennis. Ik waar
deer het streven van Uwen Bond en het was mij zeer aangenaam te constateeren,
dat ik niet tevergeefs een beroep op de medewerking van Uw Bond zal doen,
wanneer zich gevallen mochten voordoen, waarin ik op het gebied, waarop
Heemschut zich beweegt, voorlichting behoef.
De Regeeringscommissaris voor den Wederopbouw,
(w.g.) J. A. RlNGERS.
DE ALGEMEENE VERGADERING 1940
Alhoewel de gewoonte is de Algemeene Vergadering van den Bond Heemschut
te houden in het voorjaar, heeft het Bestuur besloten de Algemeene Vergadering
'uit te stellen en zoo mogelijk in het najaar te houden.