16 HEEMSCHUT DE KERK VAN DEN H. JOHANNES DEN EVANGELIST TE HOENSBROEK In de rij der oeroude, onze belangstelling ruimschoots waard zijnde bedehuizen in ons allerdiepste Zuiden neemt naast het kleine kerkgebouw te Eijgelshoven waarvan ik in een vorig Maandblad een beschrijving gaf met nog zoo menig ander het oude kerkje van Hoensbroek een der voorste plaatsen in. In tegenstelling met dat van Eijgelshoven, werd het voor het grootste gedeelte in mergelsteen opgetrokken, terwijl men het naar den vorm opbouwde als een kleine driebeukige basiliek. Het enkelvoudige, in baksteen^met toepassing van mergellagen uitgevoerde choorwerd pas later aan het gebouw toegevoegd. Evenals men dit bij andere volgens eenzelfde type gebouwde kerken aantreft, vertoont ook hier de middenbeuk een rij zij het zeer kleine venstertjes, waardoor aan het middenschip een spaarzaam licht wordt toebedeeld. De overigens laag gehouden middenbeuk was oorspronkelijk met een houten zoldering overdekt. De stichtingstijd van het kerkje zal naar schatting vrijwel samenvallen met het tijdperk waarin de oudste Hoensbroeks hun machtige kasteel vesting niet ver van daar bouwden en moet op een der laatste decennia van de XlIIde eeuw worden gesteld Rond 1500 werd het kerkje verbouwd en ^verving men de houten overkapping door steenen kruisribgewelven. Daar echter dte bases van deze gewelven lager reikten dan de houten overzoldering, kwamen de venstertjes van den middenbeuk boven de gewelven te liggen en konden niet meer aan hun oorspronkelijke bestemming beantwoorden; tegelijkertijd werden de drie beuken onder één gemeenschappelijk zadeldak samengeva.t. Hierdoor ging het aanvankelijk bedoelde basilicale karakter verloren, de venstertjes werden nu ook aan de buiten zijde onzichtbaar en het oorspronkelijke type moest voor den pseudo-basilicalen vorm plaats maken. Waarom men aldus handelde, kan slechts vermoed worden. Een afzonderlijke overkapping der drie beuken zou zich logis,cher bij den in.wendigen toestand hebben aangepast. Waarschijnlijk zag men -op tegen de hoogere kosten die deze afwerking zou medebrengen..!,Deze toestand bleef bestendigd tot het jaar 1909 toen onder leiding van den Maastrichtschen architect W. SPRENGER een algeheele restauratie werd ondernomen. De oorspronkelijke uitwendige vorm werd hierbij zoo goed mogelijk aan het bouwwerk teruggegeven. Doordat de middenbeuk een afzonderlijk zadeldak kreeg, kwanten de bovenvenstertjes opnieuw vrij en kon het praedicaat pseudo dus weder vervallen. De zijbeuken werden afgedekt door lessenaardaken, die men onder de rij der bovenvenstertjes bij den hoofdbeuk liet aansluiten. Hoewel bij deze verbouwing aan het uitwendige van het kerkje zooveel doenlijk den oorspronkelijken vorm werd teruggegeven, kon aan het inwendige weinig worden veranderd; de bovenvenstertjes bleven achter de steenen over welvingen verborgen en konden dus niet aan hun vooropgezette bestemming worden teruggegeven. De toren, waarvan de restauratie reeds in 1900 plaats vond, is evenals die van het kerkje van Eijgelshoven een zoogenaamde weertoren, met een van een mangat

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1940 | | pagina 6