30
HEEMSCHUT
BENZINESTATIONS
De Commissie van den Bond Heemschut De Weg in het Landschap heeft zich
bezig gehouden met het vraagstuk der benzinestations langs de wegen. Zij stelde
een adres op dat werd gezonden aan Heeren Gedeputeerden van alle Provinciën.
Een overeenkomend adres werd gezonden aan Zijne Excellentie den Minister van
Waterstaat. Het aan de Provinciën gezonden adres luidt:
HoogEdelgestrenge Heeren,
Het moge de Commissie „De Weg in het Landschap" (W.I.LSub-Commissie
van den Bond Heemschut, geoorloofd zijn zich tot Uw College te wenden met
betrekking tot de langs de wegen geplaatste benzine-stations, welke vaak door hun
uiterlijk: hun vormen en kleuren, door een onjuiste plaatskeuze, etc. het landschap,
en hunne directe omgeving, in sterke mate ontsieren. Onze Commissie begrijpt ten
volle dat, wat betreft den vorm van dergelijke inrichtingen, de nieuwe architectuur
met hare strakke, zakelijke lijnen recht van spreken heeft. Ook dat, om de aandacht
van autorijders te trekken, sterk sprekende kleuren wenschelijk geacht worden, en
dat er bovendien naar gestreefd wordt, deze inrichtingen te bouwen op in het
oog vallende punten. Aan den anderen kant meent onze Commissie, die beoogt
de bevordering van een goeden landschappelijken aanleg en behandeling van de
wegen in ons land, dat de eisch gesteld mag en moet worden, dat deze benzine
stations door hun plaats, hun vorm en hun kleur zich zoo goed mogelijk bij het
landschap zullen aanpassen en dat zij voorts zoo min mogelijk de omgeving zullen
ontsieren. Terwijl bij de inrichtingen, welke door de groote benzine-concerns zelve
tot stand worden gebracht, een streven valt waar te nemen om althans tot een
behoorlijke vormgeving en wering van wanstaltigheden te komen, zoo is zulks
nog geenszins het geval met vele stations, die door derden worden geëxploiteerd;
sprekende voorbeelden daarvan zijn overal in het land aan te treffenwij wijzen
slechts op de op en bij vele benzine-stations aangebrachte ontsierende opschriften
en reclames, op het vaak overdreven aantal pompen, etc. Wat de kiemen aangaat,
die —r naar ons bekend internationaal zijn vastgesteld, zoo zijn wij van oordeel,
dat een veel bescheidener wijze van aanbrengen der eigenlijke reclame-kleuren dan
thans veelal, vooral bij de particuliere stations, het geval is, een 'even nuttig en
tevens aesthetisch veel beter effect zal kunnen opleveren. Wat de kleur-nuances
betreft, zoo meenen wij, dat' het noodzakelijk is, dat daarbij zoo veel mogelijk en
meer dan thans blijkbaar geschiedt, met de in vele deelen van ons land zoo
bijzondere atmosferische kleurschakeeringen van het Nederlandsche landschap
rekening zal worden gehouden. Het is toch duidelijk, dat kleurnuances, die in
landen met geheel anderen atmosferischen toestand, bodemgesteldheid en vegetatie
wellicht zeer goed zullen passen, in ons land niet op haar plaats zullen kunnen
zijn. Daarvoor zijn geen internationale regelen vast te stellen, doch dient in aan
merking genomen te worden de eigen aard van ieder land afzonderlijk. Wij achten
het volstrekt niet uitgesloten, dat de verschillende groote Petroleum-Maatschappijen,
juist om den zoo bijzonderen aard van het Nederlandsche landschap, bereid zullen