HEEMSCHUT
5
COMMISSIE „DE WEG IN HET LANDSCHAP" (W.I.L.)
In de dezer dagen onder voorzitterschap van Mr. F. J. VAN LANSCHOT gehouden
vergadering van de Commissie „De Weg in het Landschap" (W.I.L.), Sub-
Commissie van- den Bond Heemschut, bracht de Secretaris, de Heer H. CLEYNDERT
Azn., verslag uit van de vele gevallen van wegenaanleg, wegbeplanting, e. d.,
waarin de Commissie gedurende het laatste half jaar wederom gekend is geworden,
en van de daarover met de betreffende autoriteiten gevoerde corespondentie en
besprekingen: aangaande de zandwegen in de Gemeente Ruurlo, de tertiaire wegen
in het Waterschap De Nederwaard, een hefbrug in de Gemeente Alphen a. d.
Rijn, wegen in de Gemeenten Warmond, Bergen, Maasbree, Son, enz.
Betreffende de juiste keuze van de beplantingen in het landschap, ook naar aan
leiding van het werk van de Nederlandsche Sierteelt Centrale, is de Commissie
voornemens binnenkort een nota te pubhceeren van de hand van het lid der
Commissie, Ir. G. A. OVERDljKINK, getiteld: „Een Waarschuwend Woord."
Besproken werd ook de landschappelijke behandeling van de spoorbanen en de
stationsemplacementen, waaromtrent de Commissie zich zal verstaan met de Kon.
Ned. Maatschappij van Tuinbouw- en Plantkunde.
Betreffende de z. g. autobelten is de Commissie doende een model-verordening op
te maken, met de bedoeling zich dienaangaande te richten tot de Provinciale
Besturen.
Punt van bespreking vormden ook de waterwegen, aangezien het landelijk aspect
van vele kanalen in verschillende deelen van ons land onbevredigend is te achten
bestudeerd zullen worden de middelen om daarin, zoo mogelijk, verbetering te
brengen. Het spreekt vanzelf, dat daarvoor alleen in aanmerking komen beplan
tingen, die in overeenstemming zijn met karakter van het omringende landschap.
Een dergelijke studie is ook van belang met het oog op de verschillende nieuwe
kanalen, die nog gegraven zullen worden.
Aandacht werd wederom gewijd aan de tertiaire wegen, waarvan vele verbeterd
zullen worden, hetgeen echter zal dienen te geschieden met een zoo goed mogelijke
inachtneming van het landschapsschoon, waaromtrent de Commissie reeds in
verbinding staat met de verschillende Provinciale Besturen.
Betreffende het in aesthetisch opzicht vaak onbevredigend uiterlijk van de benzine-
stations, die aldus een ontsiering van de wegen vormen, werd besloten, dat de
Commissie bij de Regeering zal aandringen op het oefenen van voldoende toezicht,
dat het uiterlijk dezer inrichtingen aan strenge eischen van welstand zal voldoen.