HEEMSCHUT
3
komen. Neen, dat zou niet kunnen. Doch wie wat verdienen wil en 't zoo nauw
niet neemt met de schoonheid luistert niet naar deze stem. Ook niet wanneer als
waarschuwend voorbeeld genoemd wordt de wolkenkrabber te Antwerpen die
daar gansch de omgeving bedierf en den schoonen Onze Lieve Vrouwetoren
ontwijdde-.Het gemeentelijk bouwtoezicht kon in de bouwverordening geen artikel
vinden voor verijdeling der plannen. Het Gemeentebestuur verleende de vereischte
ontheffingen op de verordening. De schoonheidscommissie zwichtte. Het Raadsbesluit
kwam bij Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland' ter goedkeuring
en dit college keurde goed of althans wees niet af omdat in de Woningwet gèen
artikel te vinden was voor afwijzing. Doch wat geschiedde. De Kroon heeft in
laatste instantie veto. Op voordracht van den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen is door de Kroon in afwijzenden zin beslist op grond van „in
strijd met het algemeen belang". Leest men het bewuste advies, dan blijkt, dat er
niet in behoeft te worden „berust dat een karakteristiek en waardevol stadsbeeld
wordt vernietigd." Dus de afwijzing geschiedt op aesthetische gronden
Hoe dat komt, hoe dat in onzen tijd mogelijk is? Dat komt, omdat het besef van
den plicht tot behoud der schoonheid ontwaakt is. Omdat de strijd tegen vernieling
der schoonheid uit winstbejag van den enkeling is aangebonden. Dat komt, omdat
de Heemschutgedachte gegroeid in het Nederlandsche volk, langzaam maar onver
biddelijk. Laten we daarvoor dankbaar zijn en onzen dank betuigen aan den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die het aandurfde op de bres te gaan
staan in den strijd voor het behoud der schoonheid van Amsterdam en niet het
minst aan Hare Majesteit, Heemschut's Beschermvrouwe, die Haar veto uitsprak
door met Haar handteekening het Koninklijk Besluit te bekrachtigen.
Wij laten hieronder volgen den tekst van het merkwaardige Koninklijk Besluit
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden No. 2363.
BESLUIT van 12 November 1938 tot vernietiging van het besluit van Gedeputeerde
Staten van Noordholland van 16 Maart 1938 No. 240 waarbij is goed
gekeurd het besluit van den Gemeenteraad van Amsterdam van 23 Juni
1937 No. 327 tot vaststelling van een Verordening tot wijziging van
Voorschriften bedoeld in artikel 43 der Woningwet, zooals deze waren
vastgesteld bij het besluit van dien Raad van 25 September 1935 No. 663.
Wij WlLHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
van 13 September 1938, No. 54572, Afdeeling Kunsten en Wetenschappen, en van
Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 16 September 1938, No. 8252
M/P.B.R., afdeeling Volkshuisvesting, tot de vernietiging van het besluit van
Gedeputeerde Staten van Noordholland van 16 Maart 1938, No. 240, waarbij is
goedgekeurd het besluit van den Gemeenteraad van Amsterdam van 23 Juni 1937,
No. 327, tot vaststelling van een Verordening tot wijziging van Voorschriften,
bedoeld in artikel 43 der Woningwet, zooals deze waren vastgelegd bij het besluit
van dien Raad van 25 September 1935, No. 663;
Overwegende, dat dit Raadsbesluit de mogelijkheid schept op de plaats der perceelen