84
HEEMSCHUT
J. A. LEERINK: De verkeersveiligheid op den weg, uitgave N. SAMSOM, Alphen
a. d. Rijn. Nu de Bond Heemschut zooveel belangstelling heeft voor den weg dat
daarvoor 'eene Commissie De Weg in het Landschap in het leven geroepen werd,
dient ook de aandacht gewijd aan de literatuur over den weg. Hier is het eene
„juridische, sociologische en verkeerstechnische studie". In het boek wordt alles wat
denkbaar is omtrent den weg, de voorschriften, de snelheid, de verkeersteekens,
de ongelukken en wat niet al behandeld, de auto, de lampen en al datgene wat
den weg goed kan maken of bederven. Het boek moet belangwekkend zijn voor
ieder die met den weg te doen heeft of er iets over te zeggen heeft. Het geeft
den indruk de vrucht te zijn van eene uitvoerige studie.
Tevens geeft het een inzicht hoe gering de rol is die de schoonheid speelt in den
aanleg en het beheer van den weg, want dit onderwerp komt in het omvangrijke
boek slechts op één bladzijde, 639, voor. Is het dan wonder, dat wat men een
„mooie weg" noemt bij kennismaking een „leelijke weg" blijkt te zijn, asphalt,
waarschuwingsborden, verkeerspalen en al datgene wat de schoonheid der natuur
aantast en dat gezamenlijk dient om den mensch te voeren langs beste doch
leelijke wegen.
Doch dat doet niet af aan de waarde van het boek, dat getuigt van belangstelling
in den weg en wat daarbij behoort, in den meest ruimen zin genomen.
.Het Amerikaansche tijdschrift Life, may 23 denkelijk een weekblad is een
amerikaansch tijdschrift. Er staat niet veel, doch alles in. Ook een verlucht opstel
meer verlucht dan opstel over stedebouwkunst. Daar ziet men vogelvlucht
afbeeldingen van,steden met erdoor een dik stempel good of bad. Met good zijn
gestempeld een luchtfoto van Naarden en een kopergravure uit WAGENAAR naar
de kaart van CORNELIS ANTHONISZOON van Amsterdam. Met bad zijn gestempeld
Manhattan Island en dan meer good en bad.
Eenige jaren geleden was er hier een Amerikaan van het Museum te New-York
om te zien hoe Manhattan Island er in oorspronkelijken staat uitgezien moet
hebben om daarnaar een maquette te maken voor 't Museum. Hij reisde, keek en
fotografeerde, raapte oude baksteenen en dakpannen op en ging voldaan heen
met veel studiemateriaal van de expeditie naar de binnenlanden van Holland.
In het tijdschrift de Gids verscheen een opstel van Maart 1938 van den Directeur
van het Staatsboschbeheer E. D. VAN DISSEL over de natuurbescherming en de
landbouw. Dit opstel is te veel omvattend en te belangrijk om er hier of daar
wat uit aan te halen. Het vermeldt feitelijk alles wat gebeurde op het gebied van
de natuurbescherming door overheidslichamen, vereenigingen en particulieren; het
is een inventarisatie van de natuurbescherming in Nederland zooals deze nu is.
Op dit opstel willen wij de aandacht vestigen.
1