VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN
DE COMMISSIE „DE WEG IN
HET LANDSCHAP" („W.I.L.")
HEEMSCHUT
67
OVER MEI 1937 TOT APRIL 1938
Het afgeloopen jaar heeft wederom vele werkzaamheden voor de Commissie
met zich gebracht.
In de eerste plaats wat verschillende wegen betreft, waarover wij, hetzij op verzoek
van de bij den weg betrokken autoriteiten, hetzij op eigen initiatief, gelegenheid
hadden onze meening kenbaar te maken. Op verzoek van den Provincialen
Waterstaat in Noord-Holland hebben wij, met vertegenwoordigers van de Stichting
„Het Noord-Hollandsch Landschap" en met de Heeren Ingenieurs van den Water
staat, een bezoek gebracht aan het zoo karakteristieke dorp Broek in Waterland,
waar een der nieuwe provinciale wegen doorheen of langs zal loopen. Aangezien
hier veel bedorven zou kunnen worden, waardeeren wij het zeer dat ons, vóór dat
het tracé vastgesteld was geworden, gelegenheid werd geschonken tot dit gezamenlijk
overleg, dat naar wij vertrouwen tot de uit oogpunt van dorpsschoon en
landschapsschoon meest wenschelijke oplossing zal kunnen leiden. Eenzelfde verzoek
ontvingen wij van de Directie van den Rijkswaterstaat in de Provincie Gelderland,
betreffende plannen tot verbetering van den Rijksweg ApeldoornDeventer, waaraan
wij eveneens gaarne voldeden.
Rijksweg GroningenHarende Punt. Tot onze groote voldoening mochten wij
over dezen zeer fraaien weg, voor welks behoud wij ons sedert twee jaar veel
moeite hebben gegeven, van den Minister van Waterstaat bericht ontvangen, dat
het niet in de bedoeling ligt dezen weg te verbreeden en geschikt te maken voor
het snelverkeer, terwijl, waar boomen gerooid moeten worden, nieuwe boomen>
zullen worden geplant. Wij mogen er hier bovendien nog aan herinneren, dat de
Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat Hoofd van den Centralen Dienst
van Wegen en Bruggen, op den laatsten verkeersdag van de K.N.A.C,, aangaande
dezen weg gezegd heeft, dat aan verbetering, d.w.z. het geschikt maken ervan voor
snelverkeer, niet valt te denken, omdat dit met een ontoelaatbare schending van
het natuurschoon gepaard zou gaan. Een dergelijke argumentatie, waarbij „schending
van het natuurschoon" als een doorslaand argument naar voren wordt gebracht
tot behoud van een bestaanden schoonen en karakteristieken weg en tot het scheppen
van een parallel loopenden nieuwen weg voor het groote snelverkeer, is zeker
verheugend te noemen.
Voorts heeft onze Commissie samen met de Ned. Natuurhist. Vereeniging en met
den Ned. Jeugdbond voor Natuurstudie, advies uitgebracht over het tracé van een
nieuwen weg in de gemeente Haamstede op het eiland Schouwen, door de-duinen
naar het strand, waarbij wij tevens ten sterkste bepleit hebben, dat in het fraaie
duingebied bebouwing uitgesloten zal zijn. Aangezien deze gronden Rijksgronden