PAARDEBOOMEN
10
HEEMSCHUT
Paardeboom is met de benaming van een of
andere bijzondere houtsoort, maar duidt op een
typische beschadiging nl. door paarden. Hoewel
we de paarden meer en meer uit onze samenleving
zien verdwijnen, tengevolge van de vervanging door
motorische trekkracht, zijn er niettemin nog vol
doende over om paardeboomen te ontdekken.
Wanneer een paard voor een groentekar of
sleeperswagen moet- wachten op zijn baas, dan
houdt het ervan onderwijl wat te eten. Bij gebrek
aan gras of dergelijke wordt ook boombast voor
lief genomen. Een boom is veelal een geliefkoosd
object om als paal te gebruiken niet alleen om
er paarden aan vast te zetten zoodat de
boombast gemakkelijk in het bereik is. Bij voor
keur wordt jonge schors gegeten, wat de typische verwondingen tengevolge heeft.
Is de bast weggevreten, dan vormen zich langs de randen van de wonden over-
groeiïngen, die weer opnieuw van malsche bast
zijn voorzien. Ook deze wordt op zijn beurt weer
afgevreten, zoodat een nieuwe wond wordt ge
vormd dikwijls vóórdat de eerste overgroeid is.
Het verschijnsel herhaalt zich, zoodat een soort
van plooien in den stam ontstaan. Op foto 1
is dit goed waar te nemen. Het niet overgroeien
van de wond heeft dikwijls inrotting tengevolge,
waardoor het gezonde deel van den boom voor
herstel van het evenwicht tot een sterkere hout
vorming wordt geprikkeld, hetgeen aanleiding
geeft tot verdikkingen. In vele gevallen zijn die
verdikkingen eenzijdig, zoodat de stam een krom
ming gaat vertoonen (foto 2) De eenzijdigheid
wordt bevorderd door het in den regel op dezelfde
plaats aanbinden van de paarden, waardoor de
beschadiging maar aan één kant kan plaats vinden.
Paardeboom No 2 De stam is door
veelvuldig opvreten krom gegroeid Wordt de boom aan meer zijden van zijn bast
Paardeboom No. 1. De stam is over
een groote hoogte aangevreten