HEEMSCHUT
65
VERSLAG" VAN WERKZAAMHEDEN VAN DE COMMISSIE
„DE WEG IN HET LANDSCHAP" (WJ.L.)
VAN JUNI 1 935 TOT JUNI 1936
Brochure. Bij het memoreeren van de gebeurtenissen in het derde bestaansjaar
der Commissie moge allereerst melding worden gemaakt van het verschijnen, na
langdurige en moeizame voorbereidingen, van de brochure „De Weg in het
Landschap"van de hand van ons medelid den heer OVERDYKINK, welke brochure
werd uitgegeven met medewerking van den A. N. W. B. en de Vereeniging „Het
Nederlandsche Wegencongres".
Met oprechte dankbaarheid moet worden vermeld, dat deze beide organisaties de
financiering van deze uitgave geheel voor hare rekening hebben genomen.
De brochure is op groote schaal, t.w. meer dan 2000 stuks, verspreid, in de eerste
plaats onder de daarvoor in aanmerking komende overheidslichamen en autoriteiten,
o.a. aan alle gemeenten in ons land boven de 10.000 inwoners, en dat zijn er 140.
Verder is de brochure in vele periodieken aangekondigd en besproken geworden;
het oordeel over tekst, illustraties en wijze van uitgave luidt zeer gunstig. Het
ware daarom te wenschen, dat nog een nieuwe oplage zou kunnen verschijnen ter
verdere verspreiding, o.a. aan al die gemeenten, die nog geen exemplaar ontvangen
hebben. Wij zijn nog bezig daarover besprekingen te voeren met de Vereeniging
van Ned. Gemeenten en met enkele andere organisaties.
Ik ben er van overtuigd op Uw aller instemming te kunnen rekenen, wanneer ik
opnieuw de groote erkentelijkheid uitspreek van onze Commissie jegens den heer
OVERDYKINK voor de zeer vele moeite, die hij zich getroost heeft voor de samen
stelling der brochure, en hem hulde breng voor de voortreffelijke wijze," waarop
hij zoowel den tekst als het uitgebreide zeer fraaie fotomateriaal verzorgd heeft.
Provinciale Waterstaat. Als heugelijk gevolg van het verschijnen van de brochure
kunnen wij vermelden, dat wij van den Hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat in Groningen een schrijven ontvingen, luidende a.v.
„Dé kennisneming van de mede door Uwe Commissie in het licht gegeven brochure
„De Weg in het Landschap" heeft geleid tot den wensch ook in de provincie
Groningen obij het aanbrengen van beplantingen langs de wegen meer dan tot
dusverre rekening te doen houden met de door het landschap gestelde eischen en
geboden mogelijkheden, waartoe in voorkomende gevallen deskundige voorlichting
gewenscht wordt geacht. Zeer zou ik het op prijs stellen van U te mogen vernemen,
wie U voor het verstrekken van zoodanige voorlichting in aanmerking zoudt kunnen
brengen:"
Een dergelijk schrijven ontvingen wij ook van den Hoofdingenieur van den
Provincialen Waterstaat in Noord-Brabant.
Wij hebben den heeren medegedeeld, wat in andere provincies met name in
Noord- en Zuid-Holland, de diensten van den Prov. Waterstaat reeds doen met
betrekking tot de landschapkundige voorlichting bij de wegen. Verder hebben wij