56 HEEMSCHUT
en herstellen van oude gedenk-
teekenen en gebouwen, het
bouwen ten plattenlande in van
ouds gebruikelijken trant, het
bewaren van bouwvallen van
historische beteekenis, het steu
nen van de plaatselijke kunst
nijverheid en belangstelling
wekken voor het folkloristische.
Dit wijdsche program behoefde
niet, zoo meende de heer
WEISSMAN, gevolgd te worden,
want een deel daarvan had reeds
de Vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten tot haar
taak gekozen; voor het beschermen van monumenten van geschiedenis en kunst
zorgde de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg en ook de beide Oudheid
kundige vereenigingen deden op dit gebied zeer verdienstelijk werk. Het doel
der te stichten vereeniging zou zich, althans aanvankelijk, hebben te bepalen tot
twee belangrijke puntenhet weren van alles wat het stadsgezicht of het landschap
ontsiert, in het bizonder de ontsierende reclame en het bevorderen van nieuwen
bouw, niet in ouden stijl, maar naar de opvatting van de moderne bouwkunst,
doch aangepast aan het bestaande. Voordrachten en geschriften zouden dit doel
moeten bevorderen; technisch en aesthetisch bekwame menschen zouden van
voorlichting moeten dienen, zoowel van den' particulier als van de besturen van
kleine gemeenten en polders. Was eenmaal de nieuwe vereeniging gesticht, dan
zou vanzelf wel blijken of en hoe verder gewerkt zou kunnen worden.
Na uitvoerige besprekingen, waarbij algemeen instemming met het doel der bijeen
komst werd betuigd, werden de heeren G. A. P. M. VAN DER Aa, K. P. C. DE BAZEL,
Dr. Th. Oudemans, Mr. P. G. van Tienhoven en architect A. W. Weissman
uitgenoodigd nadere voorstellen te doen; hiertoe verklaarden zij zich bereid.
In de eerste vergadering dezer Commissie bleek echter van eenige aarzeling om
naast de reeds bestaande vereenigingen met aesthetisch streven eene afzonderlijke
organisatie te stichten en enkele leden wenschten zich daarom te bepalen tot het
organiseeren van een onderafdeeling van een der andere lichamen. Zoo niet echter
architect DE BAZEL; hij achtte een nieuwe vereeniging noodig, die echter in
nauwe samenwerking met de andere zou optreden zonder echter haar terrein te
betreden en eerst dan in actie zou komen als de plaatselijke vereeniging niet zou
ingrijpen. Het algemeen doel, zoo betoogde hij, moest wezen: waken voor de
schoonheid van Nederland, onbeperkt, niet gespecialiseerd. De nieuwe vereeniging
zou moeten wezen een federatie van bestaande vereenigingen die met goed gevolg
reeds enkele onderdeelen van dit groote gebied bewerken; aldus tezamen gebracht
zullen die organisaties tot meer geconcentreerde actie kunnen worden geleid en
Bekende Heemschutters in gesprek