JEUGD EN HEEMSCHUT
HEEMSCHUT
31
De Commissie voor de bevordering van de Heemschutgedachte onder de Jeugd
verspreidde in ruimen kring een verslag harer werkzaamheden, waaraan het volgende
ontleend is:
Bij den strijd die de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, de Bond
„Heemschut" en andere organisaties nu al sinds jaren voeren voor het behoud
van de schoonheid van stad en land, blijkt dikwijls op ontstellende wijze hoe veel
ons volk in zijn geheel nog te kort schiet in waardeering van de schoonheid van
ons land. Dit moet wel leiden tot het inzicht, dat men zich niet kan bepalen tot
den strijd voor bepaalde „gevallen", maar dat meer begrip van wat „Heemschut"
beteekent bij een groot deel van ons volk dient te worden aangekweekt. „Heemschut"
moet meer berusten op heemkennis. En die kennis wordt het best en het gemakkelijkst
bij de jeugd aangebracht. Wanneer het gelukt de jeugd van heden belangstelling
en liefde voor de schoonheid van het eigen land bij te brengen, zullen de pogingen
tot het behouden van de schoonheid van stad en land, die nog aanwezig is, de
meeste kans van slagen hebben.
Weliswaar waren tot nu toe reeds zeer vele loffelijke pogingen gedaan om de jeugd
voor de Heemschutgedachte te winnen, door jeugdvereenigingen, jeugdleiders,
leeraren, onderwijzers en anderen, maar een Centrale Organisatie ontbrak. In dit
gemis is thans voorzien.
De Commissie is begonnen zich in verbinding te stellen met een flink aantal
personen, die zich voor de Heemschutgedachte in den breeden zin van het woord
interesseeren en aan wie gevraagd werd, of zij bereid zouden zijn, eventueel voor
het houden van lezingen als spreker op te treden. Tot ons genoegen mochten wij
van verschillende kanten daarop een gunstig antwoord ontvangen. Wij hebben
schema's gemaakt van lezingen over de Heemschutgedachte, terwijl wij ook doende
zijn met het vervaardigen van een kaartsysteem van verschillende lantaarnplaatjes,
die wij ter beschikking van de sprekers kunnen stellen. De secretaris der Commissie
heeft reeds verscheidene dergelijke lezingen gehouden: voor Huishoud-, Tuinbouw-
en Industrie-scholen, voor jeugd-organisaties, op ouderavonden van verschillende
scholen enz., zoowel in verschillende steden als ten platte lande.
Het is nu zeer wenschelijk te achten, dat wij ook verschillende andere, daarvoor
bij uitstek geschikte personen, die zich aan ons daartoe bereid verklaard hebben,
overal in ons land dergelijke lezingen zullen kunnen doen houden.
Daar het verder de Commissie in het bijzonder wenschelijk voorkomt om het
onderwijspersoneel voor haar streven te winnen, wil de Commissie trachten, op
de Kweekscholen voor Onderwijzers lezingen te organiseeren, en daarvoor eenige
Heeren, die zich beschikbaar hebben gesteld, als sprekers uit te noodigen. Het
wordt toch door ons van groot belang geacht, dat de toekomstige onderwijzeressen
en onderwijzers, nog intensiever dan tot heden het geval is, in hun studietijd door
voordrachten, cursussen, excursies en dergelijke practisch worden opgewekt tot
liefde en belangstelling voor de schoonheid van de omringende natuur en bovenal
ook voor de schoonheid van het vele, dat door menschenhanden op onzen vader-
landschen bodem tot stand is gebracht. In aansluiting met dergelijke lezingen zal