14
HEEMSCHUT
de rechte dekking van nu. Deze was echter nog zoo nieuw dat wegbreken te
krachtdadig was, vooral bij bescheiden geldmiddelen. Lang zal de bedekking niet
meedoen want de leien zijn in ijzeren haken aangebracht. Het gebouw is in zijn
geheel kerk en toren R.K. kerk geweest tot ongeveer 1580, toen de Hervormde
Kerk ontstond, die Staatskerk werd. In den tijd der Fransche revolutie, in 1796,
schafte de Nationale Vergadering de Staatskerk af. Bij Besluit van 2 Augustus 1808
werden door Koning LODEWIJK NAPOLEON de kerken toegekend aan de kerk
genootschappen die ter plaatse daar het meest voor in aanmerking kwamen. De
torens werden toegewezen aan de inmiddels naar Fransch voorbeeld ontstane
Burgerlijke Gemeenten. Deze toewijzing had verschillende doeleinden: de tijds
aanwijzing, strategisch punt, veldtelegraaf, vast punt voor de kadastrale meting,
ook voor hoogtemaat.
Zoo werd in 1808 Blaricum's toren Gemeentebezit en ontsnapte daardoor aan den
pleisteraar die de kerk in de 19e eeuw onderhanden nam. Het oud-Gooische
Gemeentebestuur wenschte den toren in eere te herstellen. De onafhankelijkheid
van den Gooier brengt mede dat hij dat liefst zelf doet, geen hand ophoudt of
verplichtingen op zich neemt. Het bezwaar was daarbij, dat de kosten teveel waren
voor ineens en de herstelling in eenige groepen, over de jaren verdeeld, geschiedde.
Bij de eerste etappe werd het inwendige onderhanden genomen, de balkenzolders,
de klokkestoel. Later kwam een nieuw uurwerk met verlichte cijferringen die in
wijden omtrek bij avond den tijd melden. Wie nu na zonsondergang van den
Tafelberg naar Blaricum afdaalt ziet in de vallei lichtende puntjes van den toren.
Het oude uurwerk, aardig doch versleten, werd op den uurwerkzolder, als een
museumstuk geplaatst, achtergelaten voor wie er belang in stelt.
Tegelijk met de herstelling van de kerk, die geschiedde vanwege de Kerkvoogdij
onder leiding van den Blaricumschen architect RUETER, werd tevens het uitwendige
van den toren ter hand genomen. De verprutste Westingang werd in den oor-
spronkelijken vorm hersteld waardoor tevens licht kwam in het Westportaal. Een
nieuw stel eiken deuren, naar oude samenstelling door een inwoner gemaakt, sluit
dit portaal af. Muurvlakken, waterlijsten, blindvensters en galmgaten werden hersteld
met oude baksteentjes, waar noodig in profiel behakt, alles uitgevoerd door den
dorpsmetselaar onder leiding.
Het moeilijkste vraagstuk was de trans. Wat aanwezig was, een laag muurtje met
ijzeren hek, bleek niet oorspronkelijk en vergaan, dus moest weggebroken worden.
Na verschillende overwegingen werd besloten een open borstwering te maken van
de soort zooals deze in gaven toestand voorkomt aan de bijgelegen toren van
Huizen. Deze borstwering werd gemaakt naar vage aanwezige gegevens en verder
naar het lijnennetwerk waarop de toren klaarblijkelijk was ontworpen en gebouwd.
Voor nog open blijvende vragen diende de trans van Huizen tot leidraad.
Zoo is Blaricum's toren weder tot een schoon geheel geworden dat alleen wegens
de deugdelijke reiniging enkele jaren zal noodig hebben om bij te kleuren in de
landelijke omgeving.
Amsterdam, Februari 1936. A. A. Kok, architect.