DATEERING VAN EEN DAK
HEEMSCHUT
11
Toen voor eenige jaren de dakbedekking van het choor van de Ned Hervormde
kerk te Warmenhuizen (N.-H.) moest worden vernieuwd, vond de leidekker bij
het afsloopen van het oude Rijndak een lei, die een inscriptie vertoonde.
Keurig ingegrift, enkele letters zelfs met behulp van de passer geconstrueerd,
stond daarop een navolgende mededeeling vermeld
Klaarblijkelijk hebben dus de drie plaatselijke kerkmeesters A. W.,
K. Meesters G. D. S. en D. P., van wie alleen de initialen tot ons gekomen
G. D. S. zijn, in het jaar 1707 het choordak de voorlaatste maal doen
A°— J 7 0 7 verdekken, ten bewijze waarvan de uitvoerder deze herinneringslei
heeft geplaatst. (Dat er inderdaad te Warmenhuizen een college
van drie kerkmeesters bestond, weten wij o.m. uit een acte, verleden voor notaris
H. J. VAN DER Ll)N te Alkmaar dd. 25 Maart 1625).
Ook te Alkmaar werd ten tijde van de jongste restauratie van de Groote Kerk
een soortgelijke gedenkplaat gevonden, doch dit exemplaar was in lood uitgevoerd
en van lateren tijd.
Te Edam trof voorts de architect A. A. KOK tijdens de door hem uitgevoerde
restauratiewerken van de Groote- of St. Nicolaaskerk een insgelijks Rijnsche lei
met inscriptie. Ook hier heeft de leidekker zich eerst tevreden getoond, nadat hij
zijn werk gesigneerd had door het aanbrengen van een fraai monogram, samen
gesteld uit de letters A. en P. met daarachter aangesloten zijn naam en woonplaats
voluit (waarschijnlijk „A. PEEK Purmerend"; geen jaartal).
Echter niet alleen in Noord-Holland moet zoo'n gebruik hebben bestaan om leien
te bezigen voor het overbrengen van berichten omtrent kerkbouw of kerkherstel. Dat
bewijst het rechthoekige, dus van een Maasdak afkomstige exemplaar van de Ned.
Herv. kerk te Kloosterzande (Zeeuwsch-Vlaanderen), dat blijkens zijn overigens min
of meer mysterieus opschrift, reeds in de 16e eeuw en liefst in 1523 moet zijn toegepast2).
Voor zoover leesbaar luidt de tekst
Ik meldde hier slechts enkele, door navraag toevallig
bekend geworden gevallen. Meer voorbeelden zullen
anderen bekend zijn. Daaromik twijfel niet, of het zal
zelfs veelvuldig zijn voorgekomen, dat onze oude lei
dekkers hun werk bekroonden op hunne hierboven
gesignaleerde bescheiden wijze. Want, eenerzijds, de
tijd van schreeuwende reclame moest toen zijn intrede
nog maken. En aan de andere kant, een ambachtsman, meester in zijn kunst,
arbeidde in die dagen met inspanning om zijn taak eervol te volbrengen.
HORATIUS' woorden: intendes animum studiis et rebus honestis waren voor dien
ambachtsman nog het streven
Geenszins ligt het nu hier in mijn bedoeling met deze luttele voorbeelden de
ondergang van het ambacht van den leidekker te schetsen. Ik vraag alleen eenige
belangstelling voor het oude, door den leidekker van weleer zoo goed begrepen
Viginti millia
tzazolos
Anno d^j M°D°XXIII
VUT octobris tepore
Roberti clericj abbatis
Mille ducatos.