MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
WAT HEEMSCHUT'S AANDACHT HAD
BESCHERMVROUWE: H. M. DE KONINGIN
Het Amsterdamsche Paleis-Raadhuis is aan het Rijk overgedaan. Verkocht mag men niet
zeggen, al lijkt het er veel op. Velen zijn daarmede zeer ingenomen, getuige hét feit dat 'de
Raad het besluit met algemeene stemmen nam. 't Is ook erg practisch, men' is ontheven van
de restauratie en er komt geld voor een nieuwer Stadhuis dan het nieuwe dat eenige jaren
geleden gebouwd werd aan den O. Z. Voorburgwal. Er zijn echter ook nog'Amsterdammers
die 'n traan wegpinken. Voor hen is Amsterdammer al durven ze 't niet luid verkondigen
altijd nog een eeretitel. Het Genootschap Amstelodamum zond een adres en eenige honderden
handteekeningen van bijval van Amsterdammers. Dit was echter eens roependen in de woestijn.
Er werd slechts nota van genomen met de welwillendheid die daarbij behoort. De traditie
werd immers behouden want 't gebouw was al ruim een eeuw Paleis en dat bleef 't.
Doch hebben wel allen die hun votum uitgesproken hebben geweten wat ze deden. Het
oude Stadhuis is symboliek. De plattegrond is op de windstreken georiënteerd en op een
proportiestelsel ontworpen. De Oostzijde is open, het eeuwig licht tegemoet, waar achter
open bronzen hekken de aloude rechtspraak in 't openbaar geschiedde. Gansch het gebouw,
in opstand, in volgorde van ruimten, in versiering, in beeldhouw- en schilderkunst is symbool,
gewijd aan de kracht van Amsterdam. Welk een leering zoude daarvan uit kunnen gaan voor
de toekomstige beheerderen der schoone stad.
In een tijd toen als gevolg van welvoldaanheid en verslapping Nederland zijn vrijheid verloor
werd het gebouw tot Paleis, stónd Amsterdam zijn glorieus Stadhuis af aan een vreemden
overheerscher. Toen Nederland zijn vrijheid en zijn Vorstenhuis terug kreeg, had Amsterdam
zoo vlug niet iets anders aan te bieden en bleef 't gebouw Paleis. Doch dat is geen echte
traditie van vaderlandsche trots. Thans zullen als Paleis gebruikt worden ruimten van
monumentale schoonheid die in hun symbolische beteekenis volkomen onbegrepen zullen
blijven. De eene gast zal een marmeren Venus aan de deur van zijn kamer vinden, de andere
knagende muizen aan 'n ledige geldkist 'of 'n balcon halverhoogte in zijn kamer.
Laten we ons vertroosten met de gedachte, dat het bouwwerk behouden blijft en de hoop
uitspreken dat het schoone Amsterdam nog weer ereis ééns een Bestuur moge verkrijgen,
dat, met algemeene stemmen, de symboliek ervan begrijpen zal. Doch op dat hoogtepunt is
Amsterdam nog niet gekomen. Voorloopig is het genomen besluit dus zeer goed.
Het Rokin is nog steeds aan de orde. Gezien het matig gewin dat de demping van 't eerste
deel gaf- zal het tweede deel wel open blijven. De vier Vereenigingen die zich plegen in te laten
met de schoonheidszaken zonden een gemeenschappelijk adres waarin voor deze keer niet
betoogd werd van schoonheid en historie doch waar teekeningen bijgedaan werden hoe 't kon.
Practisch dus, in den geest des tijds.
Ontsierende reclame heeft nog steeds de aandacht. Ieder weet in zijn omgeving gevallen van
ontsiering ondanks de vele verordeningen. Men ga te Amsterdam maar eens wandelen langs
heemschut d™